NL-13
D
GB
NL
RUS
PL
F
E
UA
CN
▷
Het deksel van de behuizing en kabeldoorvoe-
ren van de branderbesturing moeten tijdens het
reinigen gesloten zijn.
▷
De elektrische onderdelen zijn door extra wa-
terafvoerranden op het deksel van de behuizing
tegen vocht beschermd. Toch moet directe in-
werking van water op de randen van het behui-
zingsdeksel worden voorkomen.
▷
Door een interne helling wordt de afvoer van het
afvalwater gewaarborgd.
▷
De hogedrukreiniger nooit met spuitwaterstraal
op het verwarmingstoestel richten. Er moet altijd
een spraywaterstraal gebruikt worden.
▷
De afstand tussen sproeier en het te reinigen op-
pervlak moet steeds minimaal 50 cm bedragen.
Een te korte waterstraal van de hogedrukreiniger
kan ernstige schade aan het toestel veroorzaken.
1
Branderbesturing uitschakelen.
2
Installatie spanningsvrij maken.
▷
Het verwarmingstoestel mag pas spanningsvrij
geschakeld worden, wanneer het apparaat uit-
geschakeld en het nakoelen beëindigd is.
3
Gastoevoer afsluiten.
4
Controleren of de afdekking van de branderbe-
sturing en het deksel van de behuizing beide
goed gesloten zijn.
MODE
RESET
ON/OFF
▷
De warmtewisselaar is via de serviceklep mak-
kelijk toegankelijk.
5
Warmtewisselaar en brander met een waterstraal
door het veiligheidsrooster langs de ventilator-
bladen reinigen.
MODE
RESET
ON/OFF
> 50
cm
▷
Wanneer de RGA sterk vervuild is, kan het veilig-
heidsrooster met de ventilator verwijderd worden:
MODE
RESET
5b
5c
5a
5d
Na het reinigen het veiligheidsrooster met de
ventilator weer monteren:
Daartoe de moeren licht aandraaien, controleren
of de ventilatorbladen licht lopen en vrij draaien,
vervolgens de moeren stevig vastdraaien.
▷
Rubberen afdichtingen tussen de elektroden en
de elektrodenstekkers kunnen door de water-
straal verschuiven.
6
Na het reinigen alle delen aan en in het verwar-
mingstoestel op hun juiste positie controleren.
Bijvoorbeeld of de rubberen afdichtingen tussen
de elektroden en de elektrodenstekkers op de
juiste manier zijn aangebracht.
7
Chemische reinigingsmiddelen, desinfecterende
middelen en/of pesticides bevatten agressieve
stoffen, die zelfs roestvrij staal aan kunnen tasten.
De apparaten na het reinigen met deze middelen
altijd met water afspoelen, om resten van deze
middelen van het oppervlak te verwijderen.
8
Na het reinigen gebruiksmodus
3
Ventileren
kiezen, opdat het toestel in de binnenruimte goed
droogt.
9
Na het reinigen het verwarmingstoestel normaal
werkend op optimaal functioneren controleren,
zie pagina 21 (Veiligheidsfuncties en brander-
werking controleren).
10
Bij bedrijf met lpg de beluchtingsopening van de
drukregelaar controleren en reinigen.
RGA100_NF.indd 13
13.09.20 23:11