
10/2016 - Art. Nr. 4200 1016 3901A
11
nl
Montage
Werking met propaan
Elektrische aansluiting
VR4625
MB-DLE 407
Instelling van de ionisatiesonde en de
onstekingselektrode
Zie afbeelding
Tekening 1 :
Standaardinstelling
Tekening 2 :
Instelling van de branderkop voor
oudere
verwarmingsketels met tendens tot
CO-uitstoot
• De twee schijven
C
tussen de stuw-
schijf
A
en het aardgasdiafragma
D
monteren.
Werking met propaan
Voor werking met propaan moet het
aardgasdiafragma worden vervangen
door het propaandiafragma dat op de
basisplaat is bevestigd.
Hiervoor:
• Gaskop demonteren (zie onderhoud).
• Stuwschijf
D
losdraaien en het
aardgasdiafragma verwijderen.
• Propaangasdiafragma
GP
met
gravering naar boven installeren en
de stuwschijf vastschroeven.
• Gaskop weer monteren.
Elektrische aansluiting
veiligheidsgasventiel (CH)
• Het veiligheidshoofdgasventiel (ter
plekke aan te brengen) wordt op de
stekker
C
aangesloten.
Elektrische aansluiting compacte
brandereenheid
• De verbinding met de compacte
gaseenheid wordt gerealiseerd via
twee stekkers die aan de klemmenrij
van de brander voorbekabeld zijn.
• Stekker
A
en
B
aan de
overeenkomstige apparaatstekkers
van de compacte gaseenheid
aansluiten en met de schroeven
borgen.
Stekker
A
: Gaspressostaat
Stekker
B
: Gasventiel
Elektrische aansluiting tussen brander
en ketel
De elektrische installatie en de werkzaam-
heden voor de aansluiting mogen alleen
door een erkend gespecialiseerd elektro-
technicus worden uitgevoerd. Daarbij
dienen de geldende voorschriften en bepa-
lingen in acht te worden genomen.
Deze brander omvat elektronische compo-
nenten; we raden aan vóór de installatie
een automatische differentieelschakelaar
van het type A te voorzien om zwerfstro-
men met een gelijkstroomcomponent op te
sporen.
• Controleren of de netspanning met de
opgegeven bedrijfsspanning van 230 V -
50 Hz overeenstemt.
• Veiligheidszekering van de brander:
10 A.
De elektrische potentiaal van de nullei-
ding moet identiek zijn aan die van de
aardleiding.
Als dat niet zo is, moet de
elektrische voeding van de brander gerea-
liseerd worden met een scheidingstrans-
formator gevolgd door de aangewezen
beveiligingen (zekering en differentieel-
schakelaar 30 mA).
Brander en generator (ketel) worden met
elkaar verbonden via een 7-polige stekker-
verbinding
1
.
Voor een correcte werking van de
brander dient u de polariteit van de
geleiders bij de aansluiting van de
7P-stekker te respecteren.
De brander moet van het net gescheiden
kunnen worden met behulp van een meer-
polige scheidingsinrichting die conform de
geldende normen is.