Chicco ALYSIA, Manual

Page: 45 / 108

45
Niet chemisch laten reinigen
Reinig de kunststofdelen regelmatig met een vochtige doek,
gebruik geen oplos- of schuurmiddelen. Na eventuele aanra-
king met water moeten de metalen delen afgedroogd worden
om roestvorming te voorkomen.
ONDERHOUD
Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze
vrij van stof en zand. Om wrijving te voorkomen die de correcte
werking van de wandelwagen kan beïnvloeden, controleer of
alle onderdelen van kunststof schoon zijn van stof, vuil en zand.
Berg de wandelwagen op een droge plaats op. Smeer de be-
wegende delen indien nodig met droge siliconenolie.
LIJST MET ONDERDELEN
Controleer of alle componenten voor dit model voorhanden zijn
voordat u de wagen in elkaar zet. Mocht er iets ontbreken, neem
dan contact op met de Chicco Klantendienst. U hoeft geen ge-
reedschap te gebruiken om de wagen in elkaar te zetten. U heeft
de volgende delen nodig om de wagen in elkaar te zetten:
• Frame
• Zitting
• Buis voetensteun
• Stof van zitting
• Verkleinkussen rugleuning
• Zitkussen
• Kap
• Bumper bar
• Comfort-kit (schouderbescherming en tussenbeenstuk)
• Boodschappenmand
• Tas
• Voetenzak
• Regenhoes
• 2 achterwielen
• 2 voorwielen
Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in deze
handleiding verwijzen naar een uitvoering van de wandelwa-
gen. sommige onderdelen en functies die hier worden be-
schreven kunnen, afhankelijk van de door u gekochte uitvoe-
ring, anders zijn.
MONTAGE VAN DE WANDELWAGEN
1. Druk op de knop A en druk vervolgens op de knop B (afb.1);
strek het frame tegelijkertijd uit tot men de klik hoort die wijst
op de succesvolle vergrendeling (afb. 1A-1B).
2. Voeg het voorwiel in het daartoe bestemde gat tot men de
klik van de vergrendeling hoort (afb. 2). Herhaal dezelfde han-
deling bij het tweede voorwiel.
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpen in de
opening in de stang van de achterpoot (fig. 3). Herhaal de-
zelfde handeling bij het andere wiel.
Om de voor- en de achterwielen te verwijderen, moet men de
ontgrendelingsinrichtingen activeren zoals aangeduid op de
afbeeldingen 3A-3B.
WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan, alvorens de wandelwa-
gen te gebruiken, dat de wielen goed aan het frame zijn vast-
gezet, door licht naar buiten te trekken.
WAARSCHUWING:
Let er bij deze handeling op dat het kind
en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand be-
vinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende
delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het
lichaam van het kind.
BOODSCHAPPENMAND
4. Om de mand op de wandelwagen aan te brengen, windt u
de velcro rond de voorste buis en u sluit deze (afb. 4). Vervol-
gens brengt u de stoffen linten aan in de daarvoor voorziene
houders op de voorste verticale stangen en u maakt ze vast
met de knoppen (afb. 4-4B).
Om het achterste deel te bevestigen, wikkelt en sluit u het velcro
in de gleuf op de achterste buis van de wandelwagen (afb. 4C).
DE BEKLEDING VAN DE ZITTING NEMEN/DE BEKLEDING
OP DE ZITTING AANBRENGEN
Voor het bekleden moet de zitting zijn losgemaakt van de wan-
delwagen.
5. Alvorens met het bekleden te beginnen, moet de buis van de
voetensteun in de daarvoor voorziene stoffen houder wor-
den aangebracht (afb. 5).
6. Leg de stof op het frame van de zitting en sluit achteraan
de horizontale rits zodat de buis omwikkeld is (afb. 6-6A).
Alvorens de rits op de achterste buis te sluiten, moet u con-
troleren dat de veiligheidsgordels altijd in de twee verticale
stoffen knoopsgaten zitten en door de twee sleuven aan de
zijkanten lopen (afb. 6B). Steek de gordel van het tussenstuk
vervolgens door de daarvoor voorziene opening (afb. 6C).
WAARSCHUWING: Trek het tussenbeenstuk omhoog om te
controleren dat het goed is vastgemaakt.
7. Bekleed de rugleuning door ze in te wikkelen met de stof en
de rits aan de achterkant te sluiten (afb. 7).
8. Maak de stof van de zitting vast aan het frame met de twee
overeenkomstige knoppen aan de zijkanten (afb. 8).
9. Breng de buis van de voetsteun aan in de daarvoor bedoelde
zittingen tot u de bevestigingsklik hoort (afb. 9).
10. Bevestig het kussen op de zitting door de gordel van het
tussenbeenstuk door de opening te steken (afb. 10) en het
aan de onderliggende stof vast te maken met twee knop-
pen (afb. 10A).
De zitting kan al in deze configuratie worden gebruikt; niette-
min is er ook een verkleinkussen voor de rugleuning.
11. Om het verkleinkussen aan te brengen, steekt u de gordels
door de bovenste openingen (afb. 11) en een buikgordel
door de zijdelingse knoopsgaten (afb. 11A); maak het ach-
terste deel vast met de drukknoppen (afb. 11B).
Voer de hiervoor beschreven handelingen uit in omgekeerde
volgorde om de bekleding te verwijderen.
WAARSCHUWING: Na de veiligheidsgordels te hebben ver-
wijderd (bijv. om ze te wassen), verzekert u zich ervan dat ze
met behulp van de verankeringspunten weer goed worden
aangebracht. De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
Om te controleren of de gordels goed zijn bevestigd (aan het
oppervlak aan de achterkant van de zitting), trek je hard aan
het uiteinde van de gordels als het kind in het stoeltje zit en
is vastgezet.
COMFORT-KIT
De Comfort-Kit bestaat uit 2 schouderbeschermstukken en een
tussenbeenstuk.
12. Voeg de schouderriemen in de beschermstukken en voeg
de gesp in het gewatteerde tussenbeenstuk (afb. 12-12A).
VEILIGHEIDSGORDELS
13. De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem
met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouder-
riemen, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp.
WAARSCHUWING:
Voor gebruik met kinderen vanaf de ge-
boorte tot ongeveer 6 maanden kan het nodig zijn om de gor-
dels te verkorten om ze aan te passen aan de lichaamsbouw
van het kind; steek in dit geval de schouderbanden door de
twee horizontale verstellussen en op dezelfde wijze steekt u de
buikgordel door de twee verticale verstellussen (afb. 13-13A).
WAARSCHUWING: zowel bij de winterconfiguratie (met ver-