NL
NL
( NL ) 3
De contactklem van de accu met pluspool (ROOD) op de stroomgeleider met
pluspool van de accu aansluiten.
Men moet zo ver mogelijk uit de buurt blijven van de accu en niet vòòr de
accu blijven wanneer de laatste aansluiting wordt uitgevoerd.
De knijper met minpool (ZWART) van de acculader voorzichtig aan het vrije
uiteinde van de snoer van de accu aansluiten die aan de knijper met minpool
is aangesloten.
Het netsnoer van de acculader aan het geaarde stopcontact ~220-240V A.c.
aansluiten. De oplaadtijd hangt van het accuvermogen af.
Wanneer het opladen voltooid is, moeten de snoeren en de knijpers in
omgekeerde volgorde dan die van de aansluiting worden losgemaakt.
4.2 LADING
De stekker van de wisselstroom in het stopcontact steken (~220-240 volt
A.c.). De acculader zal gedurende 0,5 seconden een biep-toon laten horen
en alle waarschuwingslampjes van de netvoeding zullen twee seconden
oplichten.
Omgekeerde polariteitaansluiting
– Als de contactklemmen van de accu op
gelijkstroom verkeerd aan de eindklemmen van de accu zijn aangesloten, zal
de led de omgekeerde polariteit aangeven. Ook de zoemer op het apparaat
zal in werking gaan. Als dit zich voordoet, hoeft alleen de stekker van de
wisselstroom te worden verwijderd, de contactklemmen van het snoer op
gelijkstroom op de hiervoor bestemde eindklemmen te worden aangesloten
en de stekker van de wisselstroom aan de elektrische netvoeding opnieuw
te worden aangesloten.
Nu staat de acculader op Stand-By functiemodus en de leds “12V”, “GEL”
en “ON” zijn aan. Dit is de standaard oplaadmodus en zodra men op de
starttoets drukt, zal de acculader onmiddellijk op de oplaadmodus van de
accu met Gel-elementen 12V overgaan.
Als men een andere keuze wenst, moet als volgt worden gehandeld:
Fase 1
– Op de keuzetoets SPANNING drukken om de juiste spanning van de
accu te keuzen, oftewel 6V of 12V.
Fase 2
– Op de keuzetoets van de ACCU drukken om het op te laden accutype
te kiezen, oftewel “GEL” of “STD”.
GEL geeft een gangbare, Onderhoudsvrije, accu oftewel Gel-element, VRLA,
AGM, enz. STD staat voor een gangbare lood- of calciumaccu.
Fase 3
– Op de “START” toets drukken om het opladen van de accu te
starten.
Storing van de Accu- Enkele seconden na omschakeling op de modus van
oplaadfunctie, licht de Led-aanduider voor Storing op wanneer de intelligente
acculader één van de volgende storingsomstandigheden van de accu
herkent:
a) Lage spanning van de accu -< 3V
b) Hoge spanning van de accu -> 15V (accu 12V) / > 7,5V (Accu 6V)
c) Kortsluiting van de accu of kortsluiting van de accu-elementen
d) Verkeerde keuze van accuspanning.
De acculader zal nu stoppen met opladen. In geval van a,b en c kan het zijn
dat de accu defect is en wij raden u aan om uw centrum voor assistentie bij
U in de buurt in te schakelen. Als het probleem aan geval d te wijten is, hoeft
u alleen maar de geschikte spanning te kiezen en kunt u verder gaan met
het opladen van de accu.
4.3 LED-AANDUIDERS
OMGEKEERD
– omgekeerde polariteit
STORING
– Storing van de accu
ON
– Aansluiting aan de electrische netvoeding
LADING
– wanneer de accu de lading absorbeert
VOL
– wanneer de accu volledig opgeladen is en op de oplaadmodus
“fl oat” van instandhooding overgaat.
4.4 WANNEER DE ACCU VOLLEDIG IS OPGELADEN
Wanneer de led “VOL” oplicht, is de accu volledig opgeladen. De Acculader
gaat nu over op de functiewijze “fl oat” en vraagt geen enkele aandacht totdat
de accu opnieuw moet worden gebruikt.
Wanneer de netstekker A.c. van de netgeleider is weggenomen zal de
acculader worden uitgeschakeld.
De acculader gaat automatisch terug op de “Instandhouding”-modus als
de contactklemmen van de electrische stroomsnoeren van de accu worden
verwijderd terwijl de stekker van de wisselstroom nog op het elektrische net
is aangesloten.
5.0 ONDERHOUD
EN
ZORG
Een minimum zorg kan ervoor zorgen dat uw acculader jarenlang opportuun
kan blijven functioneren.
– Reinig de contactklemmen elke keer nadat u het opladen heeft voltooid.
Verwijder alle vloeistof van de accu dat in contact kan zijn gekomen met
de contactklemmen om corrosie te voorkomen.
– Omwikkel de ingangs- en uitgangssnoeren goed wanneer de acculader
wordt opgeborgen. Dit zal toevallige schade aan de snoeren en de
acculader helpen voorkomen.
– Een irreguliere reiniging van de behuizing van de acculader met een zachte
doek zal de deklaag glanzend houden en corrosie helpen te voorkomen.
– Berg de acculader op een schone en droge ruimte op.
6.0 OPSPORING
VAN
STORINGEN
Vaak kunnen de storingen door de gebruiker worden opgelost. Lees deze
tabel voor mogelijke oplossingen van de problemen.
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De accu is aangesloten
en de acculader is aan,
maar laadt niet op.
De acculader is niet op
laadmodus ingesteld.
Druk op de
INDICATIEMODE-toets
totdat het
waarschuwingslampje
van het % accu of
spanning oplicht.
De waarschuwingslampjes
zijn op verkeerde wijze
opgelicht hetgeen niet
in de handleiding is
uitgelegd.
Het kan zijn dat er
een toets is ingedrukt
wanneer men de stekker
heeft ingestoken. Het
kan zijn dat de acculader
defect is.
Controleer dat niets
het bedieningspaneel
raakt, de stekker van het
apparaat verwijderen
en er opnieuw insteken.
Richt u tot de verkoper
voor vervanging.
Het groene led VOL licht
na enkele minuten dat de
accu is aangesloten, op.
Het kan zijn dat de accu
volledig is opgeladen of
kort geleden is
opgeladen, waarbij de
spanning van de accu
hoog genoeg is gebleven
waardoor deze volledig
schijnt te zijn opgeladen.
Als de accu in een
voertuig is geplaatst,
moeten de lichten
enkele minuten worden
aangezet om de spanning
van de accu te verlagen
en opnieuw de accu
proberen op te laden.
Probeer ook een lagere
oplaadsnelheid te kiezen.
De acculader is
losgekoppeld door de
stekker uit de muur te
halen, maar het display is
nog steeds aan.
De accu levert vermogen
aan het display.
De accu loskoppelen.
7.0 MILIEUBESCHERMING
Afgedankte elektrische produkten moeten niet samen met
huishoudelijk afval worden afgevoerd.
Recycling waar structuren aanwezig zijn.
Controleer met de plaatselijke overheid of de plaatselijke
verkoper voor consulentie betreffende de recycling.
