151
KEUKENKACHEL OP HOUT
NL
10.6
DEKSEL
Op verzoek kunnen sommige modellen geleverd worden met een deksel, dat evenwel nooit gebruikt wordt
wanneer het fornuis nog warm is, om de keuken zelf niet te oververhitten. Wanneer het deksel dichtgeklapt
is, wordt het fornuis een extra werkblad. Kras hem niet door pannen of kookpotten te verslepen.
10.7
VENTILATIE
Sommige modellen van kachel zijn voorzien van geforceerde ventilatie met handbediening: in- en
uitschakeling met de toegewijde schakelaar (zie
).
De lucht aangevoerd door de ventilators houdt de kachel in stand op een lagere temperatuur , zodat de
materialen waaruit de kachel opgebouwd is niet te veel belast worden en tegelijk de omgeving gelijkmatig
verwarmd wordt.
Controleer de werking van de ventilator regelmatig.
Bij een stroomuitval of indien de ventilatie te laat afweten, kan de kachel toch nog
werken met een lage vlam. Vul de vuurhaard niet te veel met hout. Indien de ventilator
het laat afweten, contacteer een geautoriseerd technicus die de ventilator vervangt
door een origineel nieuw exemplaar.
10.8
ONGUNSTIGE WEERSOMSTANDIGHEDEN
Wanneer de buitentemperaturen hoog zijn en/of de weersomstandigheden ongunstig zijn (sterke wind),
zal de trekking van de schoorsteen afnemen, zodat de rookgasen niet correct afgevoerd worden.
• Doe weinig hout in de vuurhaard en houd de luchtregelkleppen maximaal open.
10.9
GEVAAR CREOSOOT
Het gebruik van vochtig hout en/of hout van slechte kwaliteit (vb. harshoudend hout) veroorzaakt de
vorming van creosoot in het rookgaskanaal, wat de doorgang van de rookgassen belemmerd. Creosoot
is ontvlambaar en indien het zich met verloop van tijd gaat ophopen moet het verwijderd worden, om
brand in het rookgaskanaal te voorkomen.
•
In geval van brand moet de luchtregelklep gesloten worden en moet de brandweerdienst onmiddellijk
gecontacteerd worden.
• Nadat de brand in de schoorsteen gedoofd is, moet het rookgaskanaal gecontroleerd worden door
een specialist.
10.10
DOVEN VAN HET VUUR IN GEVAL VAN BRAND
Mocht het nodig zijn het vuur te moeten doven dat zich buiten de kachel of het rookkanaal verspreidt,
gebruik dan een blusser of bel de brandweer. Gebruik NOOIT water om het vuur in de vuurpot te doven.