Brevi 531, Instructions For Use Manual

Page: 112 / 140

112
wordt gebruikt dat de autogordel die het va-
stzet goed gespannen is en dat het autosto-
eltje stevig op zijn plaats wordt gehouden.
Controleer iedere keer dat het autostoeltje
•
wordt geïnstalleerd, dat de autogordels niet
verdraaid komen te zitten.
Controleer iedere keer dat een kind in het
•
autostoeltje wordt gezet, dat de veiligheid-
sgordels goed zijn afgesteld en dat de gesp
goed is gesloten.
Het interieur van de auto wordt erg heet als
•
het aan het directe zonlicht wordt blootge-
steld.
Om te voorkomen dat de delen van het auto-
•
stoeltje oververhit raken en bij het kind bran-
dwonden kunnen veroorzaken, wordt u aan-
bevolen het autostoeltje met een doek, een
handdoek of iets dergelijks te bedekken.
Wend u tot de aftersales service van de win-
•
kelier als het autokinderzitje beschadigingen
vertoont.
Controleer regelmatig dat het autostoeltje
•
geen tekenen van slijtage heeft, vooral de
hoes, de gordels en de sluiting. Controleer
voor vertrek dat eventuele bagage en andere
voorwerpen in de auto goed zijn vastgezet.
Losliggende voorwerpen kunnen bij ongelu-
•
kken verwondingen bij de inzittenden vero-
orzaken. Als u met andere passagiers reist,
verdient het uit veiligheidsoverwegingen de
voorkeur de zwaarste passagiers op de voor-
zittingen van de auto te laten plaatsnemen.
NL
Tevens dienen alle inzittenden een veili-
•
gheidsgordel te dragen.
Wat niet te doen
Gebruik het autostoeltje nooit zonder de gor-
•
dels vast te maken, en alleen als het goed in
de auto is vastgezet, zoals in deze instructies
is beschreven.
Plaats het autokinderzitje nooit tegen de ri-
•
jrichting van het voertuig in of overdwars.
Plaats geen opvullingen tussen de bodem
•
van het autostoeltje en de autozitting.
Het kan de veiligheid van het autostoeltje in
•
gevaar brengen.
Wijzig dit product op geen enkele wijze en
•
geen toevoegingen aanbrengen.
Gebruik geen reserveonderdelen die niet
•
door de fabrikant zijn aanbevolen of gele-
verd.
Eventuele wijzigingen mogen slechts door
•
de fabrikant worden aangebracht. Op eigen
initiatief aangebrachte wijzigingen kunnen de
veiligheid van het stoeltje in gevaar brengen.
Laat uw kind niet zonder toezicht in het auto-
•
stoeltje of in de auto achter.
Sta niet toe dat kinderen met het autostoeltje
•
spelen.
Het stoeltje niet installeren of verwijderen
•
met het kind erin.
De hoes mag niet met een willekeurige
•
worden vervangen, maar alleen met een
door de fabrikant aanbevolen hoes, omdat
deze integrerend deel uitmaakt van het vei-