Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 4
Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 4
nl
De klinische effecten van de stimulatie van de patiënt grafische weergeven
Afbeelding 17.
Clinical Effects Map (Overzicht van klinische effecten)
Voor een bepaalde stimulatie-instelling kunt u een notitie maken van een score van 0 tot 4 voor elk therapeutisch voordeel en een score van 0
tot 4 voor elke bijwerking door het selecteren van de knop gelabeld met het symptoom of bijwerking en vervolgens de juiste numerieke score
te selecteren. Selecteer, als selectie van een numerieke score niet gewenst is, ergens buiten het scorevak van het therapeutisch voordeel en/
of van de bijwerking om te sluiten. Selecteer om de selectie van uw therapeutisch voordeel en/of bijwerking te verwijderen, het therapeutische
voordeel dat of de bijwerking die u wilt verwijderen en selecteer vervolgens het therapeutische voordeel of de bijwerking in de pop-up om het
gemarkeerde onderdeel te verwijderen. Elke knop die geselecteerd is, wordt vastgelegd als gegevens die bij de stimulatie-instelling voor de
betreffende patiënt horen.
U kunt ook de knop Notities selecteren om voor elke lead maximaal 250 tekens in te vullen en op te slaan.
Wanneer in de Stuurmodus klinische effecten worden vastgelegd, wordt op de CEM op de axiale leadpositie en de amplitude een punt
getekend. De CEM schakelt naar een polair raster wanneer directioneel wordt geprogrammeerd. Voor programmeerinstellingen op verschillende
niveaus (axiale posities langs de lead) wordt een nieuwe CEM aangemaakt. De beoordelingsschaal van de therapeutische voordelen bepaalt
de kleurverzadiging van het midden van de punt. Onder aan de CEM verschijnt een sleutel die de kleurverzadiging voor een score aangeeft
wanneer in ringmodus (100% spreiding) wordt geprogrammeerd. Als een bijwerking geselecteerd is, wordt een oranje ring weergegeven. Door
het selecteren van een punt verschijnt een pop-upvenster met de gegevens en het tijdstip waarop de punt werd vastgelegd, samen met de
stimulatie-instellingen en de details van de effecten (Afbeelding 17).
Al deze gegevens worden opgeslagen op de stimulator en zijn beschikbaar om te worden geëxporteerd in het tabblad Rapportage.
Opmerking:
De gegevens van de klinische effecten worden vastgelegd en vermeld in rapporten, maar niet afgedrukt op de CEM voor
configuraties die niet mogelijk zijn in de Stuurmodus.
Opmerking:
Het referentiehoofd in de CEM-weergave markeert de hemisfeer waarin u momenteel programmeert.
Opmerking:
Een kaart met klinische effecten wordt alleen weergegeven bij 100% richtpunt of 100% spreiding (ringmodus).