Bosch ME 200, Installation Instructions For Contractors

Page: 55 / 100

Inbedrijfstelling
55
ME 200 – 6720884576 (2019/08)
Tabel 76 Bufferlaadpomp
Mengkr.ret.altern. warmtebron
Tabel 77 Mengkr.ret.altern. warmtebron
Buffer
Tabel 78 Buffer
Blokkeermodus
Min. vermogen pomp 12 ... 35 ... 50 %: het minimaal toegestane vermogen
van de bufferlaadpomp in regelbedrijf. De instelwaarde
is gerelateerd aan de procentuele waarde van het
maximale pompvermogen.
Startconf. pomp Temp. : de pomp op de alternatieve warmteproducent
wordt gestart, wanneer temperatuursensor TA1/TF1
warmte in de alternatieve warmteproducent registreert.
Alt.w.br: de pomp op de alternatieve warmteproducent
wordt samen met de alternatieve warmteproducent
gestart (bijvoorbeeld pelletkachel met aan/uit- of 0-
10 V signaalingang nodig).
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Retourtemp.verh.
AWP Ja: mengkraan voor retourtemperatuurverhoging op
alternatieve warmteproducent is op module
aangesloten (VR1). De module stuurt de mengkraan
zodanig, dat buffervat en cv-systeem worden
overbrugd, tot een gewenste minimale
retourtemperatuur aan de alternatieve
warmteproducent is bereikt.
Nee : geen retourtemperatuurverhoging
Mengerlooptijd 0 ... 120 ... 600 s: maximale mengerlooptijd voor
retourtemperatuurverhoging.
Gew.temp. retour 40 ... 60 ... 75 °C: deze streeftemperatuur moet bij de
retourtemperatuurverhoging worden bereikt.
Opmerking: respecteer de specificaties van de
leverancier voor wat betreft de minimale
retourtemperatuur van de alternatieve
warmteproducent om schade te voorkomen.
Wanneer een thermostatische mengkraan wordt
gebruikt, moet de op de thermostatische mengkraan
ingestelde temperatuur worden aangegeven.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Aanv.streeftemp. alt.
wb 40* ... 70 ... 75 °C: streeftemperatuur voor belading
van het buffervat, de bufferlaadpomp moduleert via de
sensor TA1 op de hier ingestelde waarde.
Alleen instelbaar met op de module aangesloten
bufferlaadpomp.
Opmerking: respecteer de specificaties van de
leverancier voor wat betreft de maximaal toegestane
temperatuur van de alternatieve warmteproducent! Wij
adviseren als streeftemperatuur 5 K onder de maximaal
toegestane temperatuur in te stellen.
Opmerking: wanneer het buffervat niet via de module
wordt beladen (Config. pomp: Nee en Aansturing AWP:
Ja), dan blijft het menu Aanv.streeftemp. alt. wb
weergegeven. Hier wordt de Aanv.streeftemp. alt. wb
voor een begrenzing bij externe belading gebruikt.
* De kleinst mogelijke waarde is de ingestelde
streeftemperatuur van de retourtemperatuurverhoging
(streeftemperatuur retour)
Bufferbypass Mengkr.: mengkraan voor bypass van het buffervat op
module aangesloten (VB1).
Ventiel: 3-wegomschakelventiel voor bypass van het
buffervat op module aangesloten (VB1).
Nee : geen bypass-ventiel voor bypass van het buffervat
op module aangesloten.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Mengerlooptijd
bypass 0 ... 120 ... 600 s: maximale looptijd van mengkraan/
ventiel voor bypass van het buffervat.
Warmwater via buffer Ja: buffervat wordt voor warmwaterbereiding gebruikt.
Nee : geen warmwaterbereiding via buffervat.
Config. WW-boiler Opmerking: er is geen fabrieksinstelling aanwezig. Bij
inbedrijfstelling "Biv: warm water..." of "Mono: warm
water..." instellen!
Biv: warm water wordt passief via buffervat verwarmd
(bijvoorbeeld tank in tank, combi-buffervat met
warmwaterdeel, verswaterstation, buffervat met warm
water in bovenste bereik).
Mono: warm water wordt actief via buffervat verwarmd
(bijvoorbeeld monovalente warmwaterboiler met
laadpomp of 3-wegventiel)
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Config. blokk.modus
verw.
1)
Nooit: wanneer een conventionele warmteproducent is
aangesloten, reageert deze onafhankelijk van de
alternatieve warmteproducent op warmtevraag van de
verwarming.
Autom. : de conventionele warmteproducent wordt
vrijgegeven, wanneer het buffervat niet door de
alternatieve warmteproducent kan worden
opgewarmd. Anders blijft de conventionele
warmteproducent geblokkeerd, tot de wachttijd voor de
ketelvrijgave is bereikt.
Altijd: de conventionele warmteproducent is voor de
warmtevraag permanent geblokkeerd.
Config. blokk.modus
WW
1)
Nooit: wanneer een conventionele warmteproducent is
aangesloten, reageert deze onafhankelijk van de
alternatieve warmteproducent op warmtevraag voor
warm water.
Autom. : de conventionele warmteproducent wordt
vrijgegeven, wanneer het buffervat niet door de
alternatieve warmteproducent kan worden
opgewarmd. Anders blijft de conventionele
warmteproducent geblokkeerd.
Altijd: de conventionele warmteproducent is voor de
warmwatervraag permanent geblokkeerd.
Hyst. voor ketelblokk. 0 ... 5 ... 50 K: de ketelblokkering wordt geactiveerd,
wanneer aan de bovenste boilersensor (TB1) de
installatiestreefwaarde wordt gemeten. Wanneer de
temperatuur van het buffervat de streeftemperatuur
minus de hier ingestelde waarde (hysterese) gedurende
een zekere periode (Wachttijd tot ketelvrijg.)
onderschrijdt, wordt de conventionele
warmteproducent vrijgegeven.
Wachttijd tot
ketelvrijg. 0 ... 60 ... Hyst. voor ketelblokk.: wanneer de hysterese
(Hyst. voor ketelblokkering) gedurende de hier
ingestelde tijd wordt onderschreden, wordt de
conventionele warmteproducent vrijgegeven.
Aanwijzingen:
De wachttijd tot de ketelvrijgave wordt bekort tot
15 minuten, wanneer na vrijgave geen
temperatuurverhoging van de alternatieve
warmteproducent wordt vastgesteld.
Wanneer de alternatieve warmteproducent niet in
bedrijf is (bijvoorbeeld zomerfase), kan in het
eindklantmenu de instelling Warmteproducent >
Config. blokkeermodus worden aangepast
(bijvoorbeeld Nooit).
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving