Nederlands–4
3 609 929 796 • (00.07) T
Type 0 607 461 208 / … 209
Koppelingssoort
De machines hebben een van het
draaimoment afhankelijke
S-Plus kop-
peling
die over een groot bereik instel-
baar is. Deze spreekt aan wanneer het
ingestelde draaimoment bereikt is.
Uitschakeling opheffen
De uitschakeling van het draaimoment
kan worden opgeheven door het in-
drukken van de hendel
10
om in ma-
teriaal met verschillende hardheden te
schroeven (b.v. hout met noesten).
Toepassing:
plaatschroeven
houtschroeven
demontage-plaatsen
Duw- en hendelstart met S-Plus koppeling
Duwstart
Inschakelen:
Oefen druk axiaal op het toebehoren
uit.
Uitschakelen: Machine wordt automatisch uitgescha-
keld bij het bereiken van het ingestelde
draaimoment.
Wanneer extra draaimoment nodig is, kan met de hen-
delstartvoorziening de S-Plus (het ontwijken van de
uitschakeling) geactiveerd worden.
Hendelstart
Inschakelen:
Druk op de hendel
10
. De automati-
sche uitschakeling wordt daarmee ont-
weken en in plaats daarvan treedt een
ratelkoppeling in werking.
Uitschakelen: Laat de hendel
10
los.
Bij voortijdige ontlasting van de bedienings-
hendel (hendelstart) of van het toebehoren
(duwstart) wordt het vooraf ingestelde draai-
moment niet bereikt.
Onderbreek voor werkzaamheden aan de machi-
ne altijd de persluchttoevoer.
Draaimoment instellen
Zonder losschroeven van het huis (afb.
)
Steek de inbussleutel
12
in de gereedschapopname
1
en draai deze langzaam tot in de opening in het huis
2
een kleine sleuf in de koppeling zichtbaar is. Verwissel de
sleuf niet met de afgeplatte zijde van de ronde moer
13
.
Breng in deze sleuf de blokkeerhaak
14
aan en blok-
keer de koppeling. Door de inbussleutel
12
te draaien,
kunt u het draaimoment instellen.
Draaien met de wijzers van de klok mee leidt tot een
groter draaimoment. Draaien tegen de wijzers van de
klok in leidt tot een kleiner draaimoment.
Met losschroeven van het huis (afb.
)
Huis
2
losschroeven (linkse schroefdraad!).
Koppeling
15
lostrekken. Let erop dat de klepstiften*
niet naar buiten vallen. Steek de inbussleutel
16
in de
binnenzeskant van de koppelingsas. Het is praktisch
om de inbussleutel
16
in een bankschroef in te span-
nen.
Pak met een steeksleutel SW 24 de ronde moer
13
vast en verstel de veerspanning kliksgewijs door draai-
en van de steeksleutel SW 24.
*bij type
0 607 461 201 / … 202 / … 203 / … 204 / … 205 /
… 206 / … 207 / … 208 / … 209
Draaien met de wijzers van de klok mee leidt tot een
groter draaimoment. Draaien tegen de wijzers van de
klok in leidt tot een kleiner draaimoment.
Met lagere instelwaarden beginnen.
Huis
2
vastschroeven.
Let op!
Bij een zachte schroefverbinding klikt de kop-
peling reeds bij een lage draaimoment-
instelling niet meer.
Na het instellen
Pas het draaimoment aan de desbetreffende schroef-
verbinding (hard, middel of zacht) aan door proefs-
gewijs schroeven. Controleer het draaimoment met
een elektronisch draaimomentmeetapparaat of een
draaimomentsleutel.
Bij hoge draaimomenten is een overeen-
komstig grote tegenkracht noodzakelijk.
Met een inspanvoorziening in het bereik
3
kan deze
tegenhoudkracht beter worden opgenomen.
Bij machines die worden gebruikt met een draai-
moment > 4 Nm, moet een inspanvoorziening of extra
handgreep worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de extra handgreep of de inspan-
voorziening de machine veilig en stevig vasthoudt.
Type 0 607 461 001 / … 201 / … 202 /
… 205 / … 206 / … 208 / … 209
Draairichting omkeren
Rechtsdraaien: Knop voor rechts- en linksdraaien
5
niet ingedrukt
Linksdraaien:
Knop voor rechts- en linksdraaien
5
ingedrukt.
Door het draaien van de knop voor
rechts- en linksdraaien wordt de stand
vastgezet.
Tips voor de werkzaamheden
A
B
GS7461_nl_3609929796_t.fm5 Seite 4 Freitag, 7. Juli 2000 2:20 14