317
NEDERLANDS
Verdere instellingen
Verdere instellingen
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Voorversterkeruitgang voor subwoofer
confi gureren
Demo-modus activeren/deactiveren
Versienummer van apparaatcomponenten
weergeven
Apparaatsoftware actualiseren
Voorversterkeruitgang voor
Subwoofer confi gureren (SUBOUT )
Wanneer u een extra lage tonen-luidspreker
(Subwoofer ) via een extern versterker (Amplifi er)
wilt gebruiken, kunt u deze op de overige luid-
sprekers aanpassen. U kunt het niveau van de
Subout-voorversterkeruitgang voor een gekozen
grensfrequentie instellen.
In het Expert-menu voert u daarvoor deze instel-
lingen uit:
"GAIN " (Niveau )
"FREQ " (Grensfrequentie)
Druk op de
AUDIO
-toets
<
.
Druk net zo vaak op de kanteltoets of
@
totdat het menupunt "EN AUDIO"
(Expert-menu) is geselecteerd.
Druk op de
OK
-toets
:
, om het menupunt
op te roepen.
Het Expert-menu verschijnt.
Druk in het Expert-menu net zo vaak op de
kanteltoets of
@
totdat het menupunt
"SUBOUT" (Subwoofer uitgang) is geselec-
teerd.
Druk op de
OK
-toets
:
, om het menupunt
op te roepen.
Druk op de kanteltoets of
@
, om
tussen deze menupunten te wisselen:
"GAIN" (van 0 t/m +7)
"FREQ" (80 Hz, 120 Hz of 160 Hz)
•
•
•
•
•
•
W
W
W
W
W
W
•
•
Om de instelling te wijzigen, drukt u op de
kanteltoets of
@
.
Wanneer u de instellingen voor alle menupunten
heeft uitgevoerd,
drukt u op de
OK
-toets
:
, om een andere
functie te kiezen, of drukt u op de
DIS•ESC
-
toets
;
, om het menu te verlaten.
Demo-modus activeren/deactiveren
De demo-modus toont u met animaties welke
functies het apparaat u biedt.
Om de demo-modus in- resp. uit te schakelen,
schakelt u het apparaat uit.
Druk tegelijkertijd op de
MENU
-toets
9
en
de toets
0
van het alfanumerieke toetsen-
blok
A
, terwijl u het apparaat inschakelt.
Het apparaat schakelt in met geactiveerde resp.
gedeactiveerde demo-modus. Door het indruk-
ken van een willekeurige toets wordt de demo-
modus onderbroken en kunt u het apparaat
bedienen.
Versienummers weergeven
U kun de versienummers van de verschillende
apparaatcomponenten laten weergeven.
Schakel het apparaat uit.
Druk tegelijkertijd op de
MENU
-toets
9
en
de toets
#
van het alfanumerieke toetsen-
blok
A
, terwijl u het apparaat inschakelt.
Het versie-display met informatie over de soft-
ware verschijnt.
Druk op de kanteltoets of
@
, om
tussen de apparaatcomponenten om te
schakelen.
W
W
W
W
W
W
W