300
Bluetooth®-telefoongesprek
Bluetooth®-telefoongesprek
De geïntegreerde
Bluetooth®
-module in uw appa-
raat maakt een handsfree telefoongesprek moge-
lijk via een
Bluetooth®
-verbinding. Daarbij kan de
mobiele telefoon in de tas of in het handschoen-
vakje blijven liggen – en u heeft beide handen vrij
voor het autorijden.
Behalve mobiele telefoons kunt u bijv. ook
Bluetooth®
-compatibel MP3-spelers met het
apparaat verbinden en de audio-inhoud via
Bluetooth®
-Streaming weergeven. Lees hiervoor
het hoofdstuk "
Bluetooth®
-streaming-weerga-
ve".
Bluetooth®-voorbereiding
Vereisten voor het
Bluetooth®
-telefoneren zijn
een
Bluetooth®
-geschikte mobiele telefoon en de
installatie van de meegeleverde microfoon (zie
inbouwhandleiding).
Opmerking:
Gebruik uitsluitend de meegeleverde
Blaupunkt-microfoon. Standaard microfoons
zijn niet geschikt voor aansluiting op dit
apparaat.
Welke mobiele telefoons met de autoradio com-
patibel zijn, vindt u onder www.blaupunkt.com
of bij uw Blaupunkt-vakhandel.
De
Bluetooth®
-technologie is een draadloze
verbinding met een korte reikwijdte. D.w.z. de
mobiele telefoon moet zich in de buurt van de
autoradio bevinden (in het voertuig).
Hoe wordt een Bluetooth®-
verbinding opgebouwd?
Eerst moeten de mobiele telefoon en de auto-
radio elkaar "leren kennen", d.w.z. ze moeten
worden gekoppeld. Wanneer u de apparaten
koppelt, wordt aansluitend een
Bluetooth®
-ver-
binding gerealiseerd. Deze verbinding blijft be-
staand zolang de mobiele telefoon binnen de
reikwijdte blijft. Wanneer de verbinding wordt
onderbroken, bijv. omdat u met de telefoon bui-
ten de reikwijdte komt, wordt de verbinding au-
tomatisch weer hersteld, wanneer u zich weer
binnen de reikwijdte bevindt.
Wanneer u een andere gekoppelde mobiele te-
lefoon met de autoradio wilt verbinden, kunt
u dat handmatig uitvoeren (lees paragraaf
"Gekoppelde
Bluetooth®
-apparaten beheren" in
dit hoofdstuk). Wordt het apparaat uit- en weer
ingeschakeld, dan probeert het automatisch
met de master-telefoon (zie paragraaf "Master-
telefoon bepalen") een verbinding te maken.
Wanneer de Master-telefoon niet binnen bereik
is of is uitgeschakeld, dan probeert het apparaat
een verbinding met een andere gekoppelde mo-
biele telefoon te maken, en wel in die volgorde,
waarin de telefoons het laatst verbonden wa-
ren..
Het Bluetooth®-menu openen
In het
Bluetooth®
-menu vindt u alle benodigde
instellingen en functies.
Om het
Bluetooth®
-menu te openen,
drukt u op de toets
MENU
9
.
Druk op de kanteltoets
@
, om het
systeemmenu "Syst" te openen.
Druk zo vaak op de kanteltoets of
@
,
tot het menupunt "BT" (
Bluetooth®
) is
geselecteerd.
Druk op de
OK
-toets
:
, om het menupunt
op te roepen.
Het
Bluetooth®
-menu wordt geopend.
Opmerking:
Indien een
Bluetooth®
-proces aan de gang
is (bijv. een koppeling van een apparaat of
de overdracht van een telefoonboek), kunt
u het
Bluetooth®
-menu niet openen. Een
overeenkomstige melding wordt op het dis-
play getoond. Om naar de actuele audiobron
terug te keren, drukt u op de
DIS•ESC
-toets
;
. Om de
Bluetooth®
-procedure af te
breken en het
Bluetooth®
-menu te openen,
drukt u op de
-toets
4
.
W
W
W
W