16
17
Triangel
De triangel is een slaginstrument en is een ronde metalen staaf die in een driehoekige vorm is gebogen. De triangel is gebogen in de vorm
van een gelijkzijdige driehoek en heeft aan een hoek een kleine opening. Het instrument wordt met een lus aan de bovenste hoek vastge-
houden of aan een triangelstandaard gemonteerd. De triangel kan ook zonder lus direct in de hand worden gehouden en worden bespeeld.
De triangel wordt bespeeld met een metalen staaf. Hierbij worden forte-slagen op het onderste horizontale gedeelte gespeeld en worden
piano-slagen rechts in de bovenhoek gespeeld. Door het afwisselend snel aanslaan van beide zijbenen wordt een snel ritme gecreëerd.
Claves
De claves worden bespeeld door de houten stokje in de gekromde hand te houden waarbij de ruimte in de hand een resonanti eruimte vormt.
Om te zorgen dat het hout kan resoneren moet het stokje van de claves losjes worden vastgehouden. Het andere houten stokje wordt nu van
boven, horizontaal en onder een hoek van ongeveer 60° op het andere stokje geslagen.
Door hun aard hebben claves een droog geluid en bijna geen galm. Veel liedjes kunnen zo ritmisch begeleid worden. Claves komen oorspron-
kelijk uit Afrika en zijn bijzonder belangrijk geworden in de Lati jns-Amerikaanse muziek.
In het volgende gedeelte vindt u twee voorbeelden van ritme-oefeningen met alle vijf instrumenten. Hiermee kunt u de kinderen elementaire muzikale ele-
menten zoals ritme en de verhouding van de indeling van de noten (in ons geval de stukken van elk instrument) in een bepaald ti jdsbestek verduidelijken.
Tel daarom telkens duidelijk het ritme van 1-4 mee. De kleuren helpen om de juiste noten van elk instrument te vinden. De telsnelheid bepaalt de snelheid van
het spelen. Tel daarom in het begin iets langzamer om het meespelen van de kinderen te vergemakkelijken.
Tips voor spelbegeleiders
Eén, twee, drie - allemaal in het ritme (leeft ijd: 4+)
Tel met de kinderen in een ritme van vier (viertakt). Tel langzaam en dan snel, wat verandert er? Nu neemt u de instrumenten erbij en vraagt de
kinderen om bij elke 2 en 4 hun instrument te laten klinken. Wat verandert er als u veel sneller telt of juist veel langzamer? En hoe klinkt het wanneer
de helft van de groep ook hun instrument op de 1 en de 3 mag laten klinken? Ontwerp zo een ritme-les waar de kinderen de samenhang tussen toon
en ti jd leren kennen.
Kleuren en geluiden (leeft ijd: 4+)
Sommige mensen zien bepaalde kleuren als ze geluiden horen. Dit wordt ook wel synesthesie genoemd. Welke kleuren brengen de kinderen met
geluiden in verband? Hebben donkere tonen meer donkere kleuren? Laat de kinderen een tekening maken terwijl u ze bijvoorbeeld klassieke muziek
laat horen. Heeft uw groep kinderen die tonen kunnen zien?
Samen zingen (leeft ijd: 5+)
Leg de kinderen uit wat een canon is en zoek een makkelijke canon uit die u samen kunt zingen. Kinderen kunnen uw zang ook zacht met het instru-
ment begeleiden. Zo wordt de zelfregulering en het luisteren in successie aangemoedigd.
21500_Rhythm Box_instruction.indd 17
23.10.2018 14:41:38