8
Aanzetten
•
Draai de knop in de gewenste kookzone om.
Let op:
Er gaat
een lampje op het bedieningspaneel branden dat aangeeft
dat de temperatuur van de kookzone hoger is dan 50°C.
Uitzetten
•
Draai de knop van de keuzeschakelaar in de stand “ 0 ”.
GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT-GLOEIPLAATHAARD
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
•
Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel in
pannen en koekenpannen.
• Gebruik pannen met een platte bodem. Gebruik de specifie
-
ke pan op de wokplaat.
•
Laat de platen niet ingeschakeld zonder pan of met een lege
pan.
• Giet geen koude vloeistoffen op de hete plaat.
•
Installeer top-apparaten niet op warme elementen.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De bedieningsknop van de thermostaat kan in de volgende
standen worden gebruikt:
•
0 Uit
•
50-400°C Bereidingstemperaturen
Aanzetten
•
Draai de knop op de stand van de gewenste bereidingstem-
peratuur.
•
Het gele controlelampje gaat branden.
Uitzetten
•
Draai de thermostaatknop voor temperatuurregeling op de
stand “0”.
•
Het gele controlelampje gaat pas uit als alle platen uitgescha-
keld zijn.
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE OVEN
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
•
Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel dat
op de meegeleverde roosters wordt gezet.
•
Laat de ovendeur tijdens het gebruik niet open of op een kier.
•
Het apparaat is voorzien van een handmatig terug te stellen
veiligheidsthermostaat die de verwarming uitschakelt wan-
neer de bedrijfstemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De werking van de elektrische oven wordt bestuurd met twee
bedieningsknoppen (om het type verhitting en de bereiding-
stemperatuur in te stellen). Een geel controlelampje signaleert
dat de verwarmingselementen in werking zijn.
De bedieningsknop van de keuzeschakelaar kan in de volgen-
de standen worden gebruikt:
0 Uit
1
Verhitting bovenste element (gril) ingeschakeld
2
Verhitting onderste element ingeschakeld
3
Verhitting on bovenste element ingeschakeld
De bedieningsknop van de thermostaat kan in de volgende
standen worden gebruikt:
0 Uit
50 Laagste temperatuur
300 Hoogste temperatuur
Aanzetten
•
Draai de knop van de keuzeschakelaar in de gewenste ge-
bruiksstand.
•
Draai de thermostaatknop op de stand van de gewenste be-
reidingstemperatuur.
•
Het gele controlelampje gaat branden.
•
Als het gele controlelampje uitgaat, is de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
Uitzetten
•
Draai de thermostaatknop in de stand “ 0 ”.
•
Draai de knop van de keuzeschakelaar in de stand “ 0 ”.
14 PERIODEN WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat langere tijd niet zal worden
gebruikt:
•
Maak het apparaat grondig schoon.
•
Wrijf alle roestvrijstalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aan-
gebracht.
•
Laat de deksels open staan.
•
Draai de kranen dicht en schakel de hoofdstroomschakelaar
uit.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
•
Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
•
Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
op de laagste temperatuur functioneren.
REINIGINGSINSTRUCTIES
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
•
Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
•
Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
•
Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een bevoegd technicus.
•
Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk of met stoomreinigers
•
Gebruik geen bijtende producten om de vloer of het opper-
vlak onder het apparaat schoon te maken.
•
Behuizing en vlamverdelers van de branders van de ko-
okplaat niet in de vaatwasmachine wassen.
•
Maak de kookplaat van glaskeramiek regelmatig schoon,
bij voorkeur na ieder gebruik. Gebruik geen schuursponsjes
of schuurmiddelen. Gebruik geen agressieve chemische
producten, zoals bijvoorbeeld sprays voor het reinigen van
ovens, vlekverwijderingsproducten, schoonmaakmiddelen
voor de badkamer of universele reinigingsmiddelen.
•
Als de warme kookplaat van glaskeramiek in aanraking komt
met plastic, aluminiumfolie, suiker of voedsel dat suiker be-
vat, dient u deze onmiddellijk schoon te maken. Deze stoffen
smelten en kunnen het oppervlak beschadigen.