12
LUIDSPREKER SETUP
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+”
(rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
•
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm wilt
gebruiken moet u de luidsprekerimpedantie
van dit toestel instellen op 4 Ohm instellen
voor u het systeem gaat gebruiken
(zie bladzijde 23).
•
Zet het toestel uit voor u de luidsprekers gaat
aansluiten.
•
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel
en/of de luidsprekers beschadigd raken.
•
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het
beeldscherm vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere
door een andere kleur, of misschien een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.)
draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
1
Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden.
2
Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3
Schroef de knop los.
4
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
5
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
■
Verbinden met de PRESENCE/ZONE 2 of
PRESENCE luidspreker-aansluitingen
1
Doe het lipje open.
2
Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3
Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Luidspreker-aansluitingen
LET OP
10 mm
1
2
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
4
5
2
1
3