Van start
5
Nl
INL
E
ID
ING
Nederlands
■
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
■
Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator (
P
) knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
■
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er
tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
.......110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Van start
1
3
2
1
3
2
Opmerkingen
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen
en kan brandgevaar opleveren.
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage