74
Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de
virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te
veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte
met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte
met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de
mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0
t/m 10
Rev. Time
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met
60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer
groot bereik veranderd. Stel een langere natriltijd in voor langdurigere natrillingen, of een kortere tijd
voor een helderder weergave.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Geluidsveldparameter
Kenmerken
Brongeluid
Ni
v
eau
Ni
v
eau
Ni
v
ea
u
Dood
Levendig
Tijd
Tijd
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Grote waarde = 10
Natrillingen
Natrillingen
Brongeluid
Rev. Time
Rev. Time
Rev. Time
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Grote waarde = 5,0 s
Vroege weerkaatsingen
60 dB
60 dB
60 dB