2.7 Modes d‘utilisation non autorisés
La sécurité de fonctionnement du produit
livré n’est garantie que si les prescriptions
précisées au chap. 4 de la notice de montage
et de mise en service sont respectées.
Les valeurs indiquées dans le catalogue ou
la fiche technique ne doivent en aucun cas
être dépassées, tant en maximum qu’en
minimum.
NL
1. Veiligheid
De taal van de originele inbouw- en bedie-
nings-voorschriften is Engels. Alle andere
talen in deze inbouw- en bedieningsvoor-
schriften zijn een vertaling van de originele
inbouw- en bedie-ningsvoorschriften.
De inbouw- en bedieningsvoorschriften
maken deel uit van het product. Zij dienen
altijd in de buurt van het product aanwezig
te zijn. Het naleven van deze instructies is
dan ook een vereiste voor een juist gebruik
en de juiste bediening van het product.
De inbouw- en bedieningsvoorschriften zijn
in overeenstemming met de uitvoering van
het apparaat en alle van kracht zijnde vei-
ligheidstechnische normen op het ogenblik
van het ter perse gaan.
EG-verklaring van overeenstemming:
Een kopie van de EG-verklaring van over-
eenstemming maakt deel uit van deze
inbouw- en bedieningsvoorschriften.
In geval van een technische wijziging
van de daarin genoemde bouwtypes, die
niet met ons is overlegd, wordt deze verkla-
ring ongeldig.
2. Sicherheit
Deze inbouw- en bedieningsvoorschriften
bevatten belangrijke aanwijzingen die bij de
montage, het bedrijf en het onderhoud in acht
genomen dienen te worden.
Daarom dienen deze inbouw- en bedienings-
voorschriften altijd vóór de montage en inbe-
drijfname door de monteur en het verant-
woordelijke vakpersoneel/ de verantwoorde-
lijke gebruiker te worden gelezen.
Niet alleen de algemene veiligheidsaanwij-
zingen in de paragraaf ”Veiligheid” moeten in
acht worden genomen, maar ook de specifieke
veiligheidsaanwijzingen onder de volgende
punten die met een gevarensymbool aange-
duid worden.
Algemeen gevarensymbool
Gevaar vanwege elektrische spanning
AANWIJZING
2.1 Personeelskwalificatie
Het personeel voor de montage, bediening
en het onderhoud moet over de juiste kwa-
lificatie voor deze werkzaamheden beschik-
ken. De verantwoordelijkheidsgebieden,
bevoegdheden en bewaking van het perso-
neel moeten door de gebruiker gewaarborgd
worden. Als het personeel niet over de ver-
eiste kennis beschikt, dient het geschoold
en geïnstrueerd te worden. Indien nodig,
kan dit in opdracht van de gebruiker door
de fabrikant van het product worden uit-
gevoerd.
2.2 Gevaren bij de niet-naleving van de
veiligheidsaanwijzingen
De niet-naleving van de veiligheidsvoor-
schriften kan een risico voor personen, mili-
eu en product/installatie tot gevolg hebben.
Bij niet-naleving van de veiligheidsvoor-
schriften vervalt de aanspraak op schade-
vergoeding. Meer specifiek kan het niet
opvolgen van de veiligheidsrichtlijnen bij-
voorbeeld de volgende gevaren inhouden:
• Gevaar voor personen door elektrische,
mechanische en bacteriologische werking,
• Gevaar voor het milieu door lekkage van
gevaarlijke stoffen,
• Materiële schade,
• Verlies van belangrijke functies van het
product/de installatie
• Voorgeschreven onderhouds- en repara-
tieprocedés die niet uitgevoerd worden
2.3 Veilig werken
De veiligheidsvoorschriften in deze inbouw-
en bedieningsvoorschriften, de bestaande
nationale voorschriften ter voorkoming van
ongevallen en eventuele interne werk-,
bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften van de
gebruiker moeten in acht worden genomen.
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor de
gebruiker
Standaard EN 60335-1
Dit apparaat kan worden gebruikt door kin-
deren vanaf 8 jaar en personen met vermin-
derde fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en/
of kennis, als zij onder toezicht staan van
een persoon of van deze persoon instructies
hebben gekregen over het veilige gebruik
van het apparaat en de risico´s die hiermee
gepaard gaan begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Kinderen die
niet onder toezicht staan, mogen de reini-
ging of het onderhoud niet uitvoeren.
Standaard IEC 60335-1
Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te
worden door personen (kinderen inbegre-
pen) met verminderde fysieke, sensorische
of geestelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en/of kennis, behalve als zij onder
toezicht staan van een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon of van deze per-
soon instructies hebben gekregen over het
gebruik van het apparaat. Zie erop toe dat
er geen kinderen met het apparaat spelen.
• Als hete of koude componenten van het
product/de installatie tot gevaren leiden,
moeten deze door de klant tegen aanraking
worden beveiligd.
• Aanrakingsbeveiliging voor bewegende
componenten (bijv. koppeling) mag niet
worden verwijderd van een product dat zich
in bedrijf vindt.
• Lekkages (bijv. asafdichting) van gevaarlij-
ke media (bijv. explosief, giftig, heet) moe-
ten zo afgevoerd worden dat er geen gevaar
voor personen en milieu ontstaat. Nationale
wettelijke bepalingen dienen in acht te wor-
den genomen.
• Gevaren verbonden aan het gebruik van
elektrische energie dienen te worden ver-
meden. Instructies van plaatselijke of alge-
mene voorschriften [bijv. IEC, VDE en derge-
lijke], alsook van het plaatselijke energiebe-
drijf, dienen te worden nageleefd.
2.5 Veiligheidsvoorschriften voor monta-
ge- en onderhoudswerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat
alle montage- en onderhoudswerkzaam-
heden worden uitgevoerd door bevoegd
en bekwaam vakpersoneel, dat door het
bestuderen van de gebruikshandleiding vol-
doende geïnformeerd is. De werkzaamhe-
den aan het product/de installatie mogen
uitsluitend bij stilstand worden uitgevoerd.
De in de inbouw- en bedieningsvoorschrif-
ten beschreven procedure voor het buiten
bedrijf stellen van het product/de installatie
moet absoluut in acht worden genomen.
Onmiddellijk na beëindiging van de werk-
zaamheden moeten alle veiligheidsvoorzie-
ningen en -inrichtingen weer aangebracht
resp. in werking gesteld worden.
2.6 Eigenmachtige ombouw en vervaardi-
ging van reserveonderdelen
Eigenmachtige ombouw en vervaardiging
van reserveonderdelen vormen een gevaar
voor de veiligheid van het product/personeel
en maken de door de fabrikant afgegeven
verklaringen over veiligheid ongeldig.
Wijzigingen in het product zijn alleen toege-
staan na overleg met de fabrikant. Originele
reserveonderdelen en door de fabrikant toe-
gestane hulpstukken komen de veiligheid
ten goede. Gebruik van andere onderdelen
doet de aansprakelijkheid van de fabrikant
voor daaruit voortvloeiende gevolgen ver-
vallen.
2.7 Ongeoorloofde gebruikswijzen
De bedrijfszekerheid van het geleverde
product kan alleen bij gebruik volgens de
voorschriften conform paragraaf 4 van de
inbouw- en bedieningsvoorschriften wor-
den gegarandeerd. De in de catalogus/
het gegevensblad aangegeven boven- en
ondergrenswaarden mogen in geen geval
worden overschreden.
ES
1. Acerca de este documento
El idioma de las instrucciones de funciona-
miento originales es el inglés. Las instruccio-
nes en los restantes idiomas son una traduc-
ción de las instrucciones de funcionamiento
originales.
Las instrucciones de instalación y funcio-
namiento forman parte del producto y, por
lo tanto, deben estar disponibles cerca del
mismo en todo momento.
Es condición indispensable respetar estas
instrucciones para poder hacer un correcto
uso del producto de acuerdo con las norma-
tivas vigentes.
Las instrucciones de instalación y funcio-
namiento se aplican al modelo actual del
producto y a las versiones de las normati-
vas técnicas de seguridad aplicables en el
momento de su publicación.
Declaración de conformidad CE:
La copia de la “Declaración de conformidad
CE” es un componente esencial de las pre-
sentes instrucciones de funcionamiento.
Dicha declaración perderá su validez en caso
de modificación técnica de los tipos citados
en la misma no acordada con nosotros.
2. Seguridad
Este manual contiene indicaciones básicas
que deberán tenerse en cuenta durante la
instalación, funcionamiento y mantenimien-
to del sistema. Por este motivo, el instalador
y el personal cualificado/operador responsa-
bles deberán leerlo antes de montar y poner
en marcha el aparato.
No sólo es preciso respetar las instrucciones
generales de seguridad incluidas en este
apartado, también se deben respetar las
instrucciones especiales de los apartados
siguientes que van precedidas por símbolos
de peligro.
Símbolo general de peligro
Peligro por tensión eléctrica
INDICACIÓN:
2.1 Cualificación del personal
El personal responsable del montaje, el
manejo y el mantenimiento debe tener la
cualificación oportuna para efectuar estos
trabajos. El operador se encargará de garan-
tizar los ámbitos de responsabilidad, las
competencias y la vigilancia del personal. Si
el personal no cuenta con los conocimientos
necesarios, deberá ser formado e instrui-
do. En caso necesario, el operador puede
encargar dicha instrucción al fabricante del
producto.
2.2 Riesgos en caso de inobservancia de las
instrucciones de seguridad
Si no se siguen las instrucciones de seguri-
dad, podrían producirse lesiones personales,
así como daños en el medio ambiente y en el
producto o la instalación. La inobservancia
de dichas instrucciones anulará cualquier
derecho a reclamaciones por los daños sufri-
dos.