76
9. REINIGING EN ONDERHOUD
a) Algemeen onderhoud
Schakel het laboratorium-netapparaat voor het reinigen altijd uit. De buitenkant van het laboratorium-net-
apparaat mag slechts met een zachte, droge doek of kwast worden gereinigd. Gebruik in geen geval agressieve
schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, aangezien deze het oppervlak van de behuizing kunnen
beschadigen.
b) Zekering vervangen
Let op!
Schakel het laboratorium-netapparaat uit en verwijder alle aansluitkabels van het apparaat. Trek
aansluitend de netstekker van het laboratorium-netapparaat uit de contactdoos.
Druk met een geschikte schroevendraaier de zekeringhouder aan de achterzijde (18) een beetje naar binnen en
open de bajonetsluiting met een kwartslag tegen de richting van de wijzers van de klok.
Vervang de defecte zekering door een nieuwe dunne smeltveiligheid van hetzelfde type en met dezelfde nomi-
nale stroomsterkte (let hiervoor ook op het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Zet de zekeringhouder opnieuw op, druk deze licht naar binnen en draai met behulp van een schroevendraaier
in de richting van de wijzers van de klok opnieuw vast. Controleer aansluitend de correcte werking van het
laboratorium-netapparaat.
10. FUNCTIESTORINGEN
Het laboratorium-netapparaat functioneert niet, de indicatoren lichten niet op.
• Controleer de netschakelaar.
• Controleer of de koelapparaat-aansluitstekker juist met de netbus (19) aan de achterzijde van het apparaat is
aangesloten.
• Controleer de werking van de netaansluiting (contactdozen, zekeringen, beschermschakelaars, etc.).
• Controleer of de juiste netspanning aanwezig is.
De aangesloten verbruikers functioneren niet.
• Controleer de polariteit op de DC-aansluiting (5).
• Controleer of de stroombegrenzing geactiveerd is.
• Verlaag de belasting van het laboratorium-netapparaat door de verbruiker.
• Controleer de technische gegevens van de verbruiker.