68
Bij de 2-puntskalibratie gaat u als volgt te werk:
Neutraal-puntkalibratie pH 7
• Sluit de pH-elektrode aan op het meetapparaat en schakel deze in. Let op de meetfunctie “PH”.
• Verwijder het vochtreservoir van de elektrode en spoel de elektrode grondig schoon met gedestilleerd water.
• Dompel de elektrode in de bufferoplossing pH 7. Roer de elektrode voorzichtig in de bufferoplossing totdat de
meetwaarde stabiliseert. Zo wordt de elektrode omspoeld en dat versnelt het proces.
• Druk op de knop “CAL” (6). De bovenste regel van het display toont “CAL” en de onderste regel toont de vooraf
ingestelde kalibratiewaarde. (b.v. CAL 07.00)
• Het display knippert gedurende ongeveer 5 seconden. Gedurende deze tijd kalibreert het meetapparaat automa-
tisch.
• Het display keert terug naar het normale meetdisplay. De gekalibreerde waarde verschijnt in de bovenste regel en
de temperatuurwaarde wordt op de onderste regel weergegeven.
De automatische kalibratie werkt alleen als er een meetfout van minder dan ± 1 pH is. Als het displayver-
schil groter is, moet dit handmatig worden afgesteld. Open daarvoor het deksel van de aansluiting aan
de zijkant (16). Stel met een kleine platte schroevendraaier instelknop “CAL. PH7” 13) in op een display-
waarde van ca. 7,00. Sluit het dekseltje en voer opnieuw een neutraal-puntkalibratie uit zoals hierboven
beschreven. Daarna zou de gemeten waarde goed moeten zijn.
• Spoel de elektrode grondig schoon met gedestilleerd water.
Kalibratie pH 4 of pH 10
• Dompel de elektrode onder in de geschikte bufferoplossing (pH 4 of pH 10). Roer de elektrode voorzichtig in de
bufferoplossing totdat de meetwaarde stabiliseert. Zo wordt de elektrode omspoeld en dat versnelt het proces.
• Druk op de knop “CAL” (6). De bovenste regel van het display toont “CAL” en de onderste regel toont de vooraf
ingestelde kalibratiewaarde. (b.v. CAL 04.00 of CAL 10.00)
• Het display knippert gedurende ongeveer 5 seconden. Gedurende deze tijd kalibreert het meetapparaat automa-
tisch.
• Het display keert terug naar het normale meetdisplay. De gekalibreerde waarde verschijnt in de bovenste regel en
de temperatuurwaarde wordt op de onderste regel weergegeven.
De automatische kalibratie werkt alleen als er een meetfout van minder dan ± 1 pH is. Als het displayver-
schil groter is, moet dit handmatig worden afgesteld. Open daarvoor het deksel van de aansluiting aan
de zijkant (16). Stel met een kleine platte schroevendraaier en de instelknop “SLOPE PH4 PH10” (15) de
displaywaarde in op ongeveer het setpunt (b.v.4,00 of 10,00). Sluit het dekseltje en voer opnieuw een pH 4/
pH 10-puntkalibratie uit zoals hierboven beschreven. Daarna zou de gemeten waarde goed moeten zijn.
• Spoel de elektrode grondig schoon met gedestilleerd water.
• Voor een stabiel resultaat herhaalt u de kalibratie 1 - 2 keer.
• Het meetapparaat is klaar voor de volgende metingen.
Bij de 1-puntskalibratie gaat u als volgt te werk:
• Als er geen pH 4- en pH 10-bufferoplossingen beschikbaar zijn, kan 1-puntskalibratie (pH 7) worden uitgevoerd.
Voor nauwkeurigere aflezingen en lineariteit wordt echter altijd een 2-puntskalibratie aanbevolen.
• Voer hiervoor de kalibratieprocedure uit zoals hierboven beschreven tot aan de neutraal-puntkalibratie pH 7.