63
6. Bedieningselementen
1 BNC-aansluiting voor elektrodenverbinding
2 Display
3 „HOLD“-knop
4 Aan-/uitknop “POWER”
5 Omhoog-knop en instellen van de temperatuureen-
heid
6 Omlaag- en kalibratieknop (CAL)
7 Knop “TEMP.C” voor handmatige temperatuurcom-
pensatie
8 Knop voor “Links” en voor het instellen van de
meetfunctie “PH/mV”
9 “REC MAX./MIN.”-knop voor opslaan piekwaarden
10 Aansluiting “TEMP PROBE INPUT” voor optionele
temperatuursensor
11 Statiefschroefdraad (1/4” UNC 20)
12 Uitklapbare montagebeugel
13 Afstellingsregelaar “CAL PH 7”
14 RS232-interface (3,5 mm stekkerbus, mono)
15 Afstellingsregelaar “SLOPE PH4 PH10“
16 Uitsparing voor het deksel van de aansluiting
17 Batterijvak
18 Elektrodenconnector (BNC)
19 pH-elektrode
20 Vochtreservoir met opslagoplossing (KCL) om de
elektrode vochtig te houden
21 Bufferoplossingen (reagentia, pH 4 en pH 7)