171
12.13 Contactloze AC-spanningstest “NCV”
Zorg ervoor alle meetpoorten onbezet zijn. Verwijder alle meetkabels en
adapters van het meetinstrument.
Deze functie dient slechts als een hulpmiddel. Voordat u aan deze ka-
bels begint te werken, moet u contactmetingen
uitvoeren om te controleren of er geen spanning
aanwezig is.
Test deze functie vooraf op een bekende wissel-
spanningsbron.
1. Stel de functieknop in op
NCV
, “EF” en “NCV” zullen op
de display worden weergegeven.
2. Richt het contactloze spanningssensorpunt op de test-
plek (max. 5 mm). Voor getwiste kabels wordt het aan-
bevolen om de kabel aan te raken met het uiteinde van
de contactloze spanningssensor.
Æ
Als er wisselstroom wordt waargenomen, begint de
driekleurige indicator-led te branden en klinkt de
zoemer.
Æ
Hoe hoger de spanning, hoe hoger de frequentie
waarop de zoemer zal piepen.
Æ
De driekleurige indicator-led verandert van groen in geel in rood naargelang
de spanning verhoogt.
3. Schakel het apparaat UIT nadat u alle metingen hebt uitgevoerd.