167
Als u een weerstandsmeting uitvoert, dient u ervoor te zorgen dat de
meetpunten die u met de uiteinden van de meetstiften aanraakt geen vuil,
olie, soldeer of dergelijke stoffen bevatten. Deze substanties kunnen de
meting vertekenen.
De toets
REL
werkt alleen wanneer er een gemeten waarde wordt weer-
gegeven. Deze kan niet worden gebruikt als er “OL” op de display ver-
schijnt.
12.9 Diodetest
Zorg ervoor dat alle objecten die u wilt meten (inclusief circuitcomponen-
ten, circuits en componentonderdelen) losgekoppeld en ontladen zijn.
1. Schakel de DMM in en selecteer de gewenste modus
.
2. Druk 2x op
SEL
/
om op de diodetest-
modus te schakelen.
Æ
Het diodesymbool “
”
en “V” zullen
op de display verschijnen.
3. Druk nogmaals op de toets om op de vol-
gende meetmodus te schakelen.
4. Steek de rode kabel in de
-klem en de
zwarte kabel in de
COM
-klem.
5. Controleer de meetkabels op continuïteit
door de twee meetsondes tegen elkaar te
houden. Er dient een waarde van onge-
veer “0.000 V” te worden weergegeven.
6. Houd de twee testsondes tegen het te meten object (diode). Sluit de rode testka-
bel aan op de anode (+) en de zwarte testkabel op de kathode (-).
Æ
De normale voorwaartse spanning van de PN-junctie wordt weergegeven in
Volt (“V”). “OL” geeft aan dat de diode in sperrichting zit of defect is. Probeer
de meting opnieuw uit te voeren in de tegenovergestelde polariteit.
7. Nadat u een meting hebt uitgevoerd, dient u de kabels van het gemeten object
te verwijderen en de DMM uit te schakelen.