85
g) Transistortest
Bij de transistortest wordt de versterkingsfactor van een transistor gemeten. De versterkingsfactor is de verhouding
tussen de collectorstroom (IC) en de basisstroom (IB). Voor deze meting is een hulpschakeling met een weerstand
van 24 kilo-ohm noodzakelijk (niet in de leveringsomvang inbegrepen). Breng deze weerstand aan tussen de basis
en de collectoraansluiting van de transistor.
Ga als volgt te werk om de versterkingsfactor te meten:
- Kies met de draaischakelaar de meetfunctie Ω en het meetbereik “x10/15mA”.
- Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (6) en het rode meetsnoer met de
V/Ω-bus (7).
- Stel de nulstand in met de instelknop (3).
- Controleer of de drukknop “Vrms/Vp-p” (9) niet is ingedrukt.
- Houd beide meetpennen tegen elkaar en wacht tot de wijzer zich gestabiliseerd
heeft. Er moet een waarde van ongeveer 0 ohm worden aangegeven. Stel bij
een afwijking de wijzer met de 0 ohm-instelregelaar (9) bij naar 0 ohm. Als deze
instelling niet mogelijk is, moeten beide microbatterijen (AAA) vervangen worden.
- Verbind nu afhankelijk van het transistortype beide meetpennen met het meetob-
ject (transistor).
NPN: Zwart meetsnoer naar collector (C), rood meetsnoer naar emitter (E)
PNP: Rood meetsnoer naar collector (C), zwart meetsnoer naar emitter (E)
- Lees de meetwaarde voor de versterkingsfactor af op de schaal “hFE”.
- Als er geen aanduiding volgt, dan meet u de transistor in de geblokkeerde richting
of is de transistor defect (onderbreking).
- Zet na voltooiing van de meting de draaischakelaar in de positie “OFF” om de
multimeter uit te schakelen.
Als de basisaansluiting van de transistor open blijft (geen weerstand ingebouwd), dan wordt de lekstroom
“Iceo” getoond tussen de collector en de emitter. U kunt deze waarde op de schaal “Iceo” aflezen in de
eenheid “mA”.