82
d) Meten van gelijkstroom
Overschrijd nooit de maximale toelaatbare ingangswaarden in het betreffende meetbereik.
De maximale toelaatbare spanning in de stroommeetkring tegen de aardpotentiaal mag niet hoger
zijn dan 500 V in CAT III.
Schakel in het stroommeetbereik de stroomkring altijd stroomloos voordat u de meetsnoeren vast-
maakt of losmaakt. Gevaar voor elektrische schok!
Ga als volgt te werk om gelijkstromen tot 10 A/DC te meten:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik 10 A
.
- Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (6) en het rode meetsnoer met de
10A-bus (4).
- Stel de nulstand in met de instelknop (3).
- Controleer of de drukknop “Vrms/Vp-p” (9) niet is ingedrukt.
- Let op de juiste polariteit (rood = plus [+] / zwart = min [-]) en verbind beide meet-
pennen een voor een met het meetobject (batterij, schakeling, enz.).
- Bij een verkeerde polariteit wordt geen waarde getoond. De ingebouwde beveili-
gingsdiode blokkeert deze meting. Onderbreek de meting en herhaal de meting
met de juiste polariteit.
- Lees de meetwaarde af op de schaal “A”.
- Zet na voltooiing van de meting de draaischakelaar in de positie “OFF” om de multimeter uit te schakelen.
Ga als volgt te werk om gelijkstromen tot 250 mA/DC te meten:
- Kies het betreffende bereik voor meting in het mA/µA-bereik.
- Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (6) en het rode meetsnoer met de
mA-bus (7).
- Stel de nulstand in met de instelknop (3).
- Controleer of de drukknop “Vrms/Vp-p” (9) niet is ingedrukt.
- Let op de juiste polariteit (rood = plus [+] / zwart = min [-]) en verbind beide meet-
pennen een voor een met het meetobject (batterij, schakeling, enz.).
- Bij een verkeerde polariteit wordt geen waarde getoond. De ingebouwde beveili-
gingsdiode blokkeert deze meting. Onderbreek de meting en herhaal de meting
met de juiste polariteit.
- Lees de meetwaarde af op de schaal “A”.
- Zet na voltooiing van de meting de draaischakelaar in de positie “OFF” om de multimeter uit te schakelen.