4
De acculader slaat de geselecteerde laadmodus automatisch op en zal deze opnieuw gebruiken
voor toekomstige laadcycli (zelfs nadat het van de stroomvoorziening is losgekoppeld).
Wanneer de reconditioneringsmodus is geselecteerd, zal de RECONDITIONERINGS-LED ook
oplichten naast de LED van de geselecteerde laadmodus.
Activeer indien nodig de lage-stroommodus (verminderde laadstroom); houd de MODUS-knop 6
seconden ingedrukt, wanneer geactiveerd, knippert de geselecteerde laadmodus LED
(normaal/hoog/li-ion). Houd de MODUS-knop nogmaals 6 seconden ingedrukt om de lage-
stroommodus te beëindigen.
d)
Wanneer de ABS-LED brandt, bevindt de acculader zich in de absorptiefase (de bulkfase is
voltooid); de accu wordt tot ongeveer 80 % opgeladen (of >95% voor Li-ion accu’s) en kan indien
nodig weer in gebruik worden genomen.
e)
Wanneer de DRUPPELLAAD-LED brandt, is de acculader overggegaan op de druppellaadfase (de
absorptiefase is voltooid); de accu wordt volledig (100 %) opgeladen en is klaar om in gebruik te
worden genomen.
f)
Wanneer de OPSLAG-LED brandt, is de acculader overgegaan op de opslagmodus
(druppellaadfase wordt afgesloten); om de accu volledig opgeladen te houden, kan de accu
gedurende langere tijd continu worden opgeladen.
g)
Haal de AC-kabel op elk gewenst moment uit het stopcontact om het opladen te stoppen.