2
030311.01
Ombouwset schroefasafdichting
Inleiding
Deze Vetus ombouwset-schroefasafdichting, met
binnenlager, is voorzien van een tweevoudige
asafdichting.
Om een goede asafdichting te waarborgen:
• Moet de schroefas een
maximale
diame-
ter-tolerantie hebben van + 0,0 mm /
- 0,16 mm.
•
Is het noodzakelijk dat de schroefas gecen-
treerd in de schroefaskoker is opgesteld.
Breng de schroefas in lijn met de scheepsmotor
alvorens de schroefasafdichting aan te brengen!
Het schroefastoerental mag de in de tabel vermel-
de waarde niet overschrijden.
D (in mm)
25
30
omw/min
2700
2500
Installatie
N.B. De nummers verwijzen naar de tekening-
nummers.
Algemeen
Smering van de asafdichting
De smering en koeling van de asafdichting en van
het eventuele rubber
buitenlager
wordt verzorgt
door buitenwater.
Voldoende toevoer van water, tijdens het draai-
en van de schroefas, is absoluut noodzakelijk!
De minimaal benodigde hoeveelheid water
bedraagt: - schroefas ø 25 mm: 20 liter/uur
- schroefas ø 30 mm: 30 liter/uur
1
Het benodigde buitenwater kan worden toe-
gevoerd door middel van een aftakking in
het buitenkoelwatersysteem van de scheeps-
motor.
2
Indien een beluchter is geïnstalleerd (wate-
rinjectiepunt in de uitlaat ligt onder de water-
lijn of minder dan 15 cm boven de waterlijn)
maak dan de
aftakking in het buitenkoelwa-
tersysteem
van de motor
tussen de buiten-
waterpomp en de beluchter
en niet tussen
de beluchter en het waterinjectiepunt.
3
Het benodigde buitenwater kan ook worden
toegevoerd via een aparte waterhapper met
afsluiter:
- schroefas ø 25/30 mm: minimaal G 3/8
Plaats de waterhapper met de inlaatsleu-
ven naar voren zodat tijdens het varen
voldoende water naar binnen wordt
gestuwd, de waterhapper mag de stro-
ming van het schroefwater niet verstoren
De schroefasafdichting mag zowel onder als
boven de waterlijn worden geplaatst. Bij plaatsing
van de schroefasafdichting
boven de waterlijn
dient, om een goede toevoer van water te waar-
borgen, de watertoevoer bij voorkeur volgens tek.
1 te worden aangesloten.
4
Naast de smering van de asafdichting door
water moet tussen de twee afdichtlippen
van de asafdichting een smeermiddel (vet)
worden aangebracht.
Buitenlager
5
Verwijder de scheepsschroef.
Neem de bouten los en verwijder het eind-
stuk van het buitenlager.
Monteer het nieuwe eindstuk van het buiten
lager; gebruik de oude bouten.
Plaats de scheepsschroef weer terug.
Binnenlager
6
Neem de flexibele koppeling los van de
schroefas.
Neem de slangklemmen los en verwijder de
rubber mof met het binnenlager.
Let op:
Neem de pakkingdrukker los en ver-
wijder de vetkoordpakking als het binnenla-
ger moeilijk over de as te schuiven is.
De as moet krasvrij, braamvrij en schoon zijn, in
het bijzonder ter plaatse waar de as in het zwe-
vend lager en asafdichting komt. Ook het einde
van de as, een eventuele spiebaan of gaten in de
as moeten braamvrij zijn.
7
Plaats de rubber mof, met de 4 slangklem-
men, op de schroefaskoker.
- schroefas ø 25/30 mm: De kraag aan de bin-
nenzijde van de mof moet tegen het einde
van de koker aanliggen.
8
Vet de schroefas, ter plaatse waar de as in het
zwevend lager en asafdichting komt, in. Vet
de afdichtlippen van de asafdichting in.
Pas
uitsluitend
het meegeleverde vet toe!
Andere vetsoorten kunnen mogelijk de asaf-
dichting, de mof of het rubber lager aantas-
ten.
9
Plaats het binnenlager op de schroefas en
schuif het in de mof. Schroef de slangklem-
men vast (aanhaalmoment 4 à 5 Nm)
10
Breng over de spiebaan een stuk plakband
‘
A
’ aan. Dit voorkomt dat tijdens de montage
van de asafdichting op de as de afdichtlip-
pen beschadigt worden.
Beschadigingen aan de afdichtlippen lei-
den tot lekkage!
Vet de afdichtlippen van de asafdichting in.
Plaats de asafdichting op de schroef as, zorg
er voor dat de O-ring op zijn plaats zit en
monteer de asafdichting met de 3 schroeven
(aanhaalmoment 10 Nm)
Smering
11
A
Verwijder de schroef met de ring en vul de
ruimte voor ca. 50% met vet (ca. 1 cm
3
).
Pas
uitsluitend
het meegeleverde vet toe!
Monteer de schroef en de ring, aanhaal-
moment ca. 5 Nm.
B
Monteer de slangpilaar, met een vloei-
baar afdichtmiddel, in het lagerhuis.
N.B.
Gebruik geen teflon tape!
Plaats de flexibele koppeling weer terug op
de as.
Watertoevoer
12
Verbind de slangpilaar (de waterinlaat) door
middel van een slang, inw. diameter 10 mm
(ø 25, ø 30), met de watertoevoer. Monteer
elke slangverbinding met 2 roestvaststalen
slangklemmen.
Na de tewaterlating
Controleer onmiddellijk na de tewaterlating de
asafdichting, de verbindingen van de rubber mof
en de slangverbindingen op lekkage.
Het kan noodzakelijk zijn eerst te ontluchten,
neem hiertoe de slang bij het binnenlager los tot
er water uitstroomd.
Open altijd de afsluiter (na de waterhapper) alvo-
rens te gaan varen.
Controleer tijdens het varen de asafdichting op
lekkage en op temperatuur. Een hoge tempera-
tuur duidt op te weinig water voor smering en
koeling!
Onderhoud
Voer iedere 200 draaiuren of tenminste éénmaal
per jaar als het schip uit het water is het volgende
onderhoud uit:
•
Neem de bouten los waarmee de asafdich-
ting op het binnenlager is gemonteerd.
•
Maak het loopvlak, van de afdichtlippen op
de as, schoon zodat deze vrij van vet, vuil en
aanslag zijn.
• Controleer of de nu zichtbare afdichtlip
onbeschadigt is, indien beschadigt vervang
dan de asafdichting.
Art. code reserve asafdichting:
- ‘ZWB25RES’ voor schroefas ø 25 mm
- ‘ZWB30RES’ voor schroefas ø 30 mm
•
Vet de schroefas en de zichtbare afdichtlip in.
• Monteer de asafdichting terug op het bin-
nenlager, aanhaalmoment van de bouten ca.
10 Nm.
•
Vul de afdichting met nieuw vet, zie ‘Installatie’
punt 11 B.
•
Controleer onmiddellijk na de tewaterlating
de asafdichting en alle verbindingen op lek-
kage.
NEDERLANDS