8
VFLPG / VFL / VTL
Elektrische aansluiting
Mechanische montage
Onderhoud
Oververhitting
1.
2.
3. K
4.
5.
6.
7.
:
SEMKO 111 FA 1982 /
/ EN 61000-6-2
.
8.
9.
10.
11.
12.
EN 60335-1 / EN 60335-2-30
/ EN 61000-6-3 / EN 61000-3-11
De kanaalverwarming is gemaakt voor 1-fase, 2-fase of 3-fase wisselstroom. Zie het elektrisch schema(elektriciteitsschema) voor
deze verwarming alsmede de identificatiegegevens op het typeplaatje, aangebracht op het deksel van de verwarming.
De kanaalverwarming moet op het net worden aangesloten met een vast gemonteerde ronde kabel. Kabeldoorvoeren moeten van
een zodanig type zijn dat de IP-code van de verwarming in stand wordt gehouden. De standaarduitvoering is IP43.
Beschermingsklasse IP55 kan op verzoek worden geproduceerd, dit blijkt dan uit het typeplaatje op het deksel van de verwarming.
De uitvoering IP55 wordt geleverd met in de fabriek gemonteerde kabeldoorvoeren.
anaalverwarmingen van type -MQ... heeft een ingebouwd elektronisch flow-meetsysteem dat erop toeziet dat de verwarming niet
wordt aangestuurd zonder dat er voldoende luchtstroming is door de kanaalverwarming. De binnenkomende lucht naar de kanaal-
verwarming moet gefiltreerd worden om het risico van vervuiling van het flow-meetsysteem te minimaliseren.
Kanaalverwarmingen van het type -MT... hebben geen ingebouwd vergrendelingsapparaat, dus het moet niet mogelijk zijn om de
verwarming van voedingsspanning te voorzien behalve als de bijbehorende ventilator vooraf is ingeschakeld of gelijkertijd wordt
ingeschakeld. Bovendien moet het niet mogelijk zijn om de bijbehorende ventilator uit te schakelen, behalve als de voedingsspanning
naar de verwarming vooraf is uitgeschakeld of gelijkertijd wordt uitgeschakeld. Wanneer de nominale spanning hoger is dan 30kW
raden wij u aan om de verwarming minimaal drie minuten van tevoren uit te schakelen, d.w.z. dat de nablaastijd tenminste drie
minuten duurt voordat de ventilator wordt uitgeschakeld. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de oververhittingsbescherming
niet wordt geactiveerd door de na-verwarming. De luchtsnelheid door de verwarming moet minimaal 1,5 m/s zijn.
Een meerpolige verbreker moet in de vaste installatie worden opgenomen.
De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde elektriciën.
De kanaalverwarming heeft het S-merk, CE-merk, EMC-merk en is geconstrueerd conform de volgende normen
De kanaalverwarming is voorzien van twee oververhittingsbeveiligingen (waarvan een handmatig gereset), afgezien van het voor-
komen van oververhitting bij een te lage lucht-flow voorkomt dit ook oververhitting bij een storing in de installatie.
In de zekeringenkast of in de serviceruimte is een tekening aangebracht die de werking van de kanaalverwarming aangeeft en de
plaats in het gebouw waar deze zich bevindt, alsmede noodzakelijke aanwijzingen over de maatregelen die moeten worden genomen
indien de oververhittingsbeveiliging in werking treedt.
Aangezien het sensorcircuit voor de verwarmingen van type -MTEM/-MTEML/-MQEM/-MQEML ( 40A), niet galvanisch is gescheiden van
de vermogensvoeding van de verwarming, moeten de sensors en potentiometers voor het instellen van de richtwaarden worden ge-
ïnstalleerd alsof ze netspanning voeren.
Bij verwarmingstypen -MTEM/-MTEML/-MQEM/-MQEML ( 40A) waarvan de nominale netspanning >415V 3~ is, moet de kanaalsensor
op dusdanige wijze op het kanaal worden gemonteerd dat deze niet zonder gereedschappen, zoals beschreven op pagina 20, kan
worden verwijderd. Bovendien moet de kamersensor/instelwaarderegelaar van het type TG-R930 zijn.
Dit product is niet bedoeld om door kinderen te worden gebruikt of door personen met verminderde lichamelijke of mentale ver-
mogens of gebrek aan ervaring en vakmanschap, ingeval geen aanwijzingen zijn gegeven aangaande de toepassing van het pro-
duct aan een persoon met verantwoordelijkheid voor de veiligheid of dat deze persoon de handhaving hiervan bewaakt.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het product kunnen spelen.
≤
≤
1.
2.
3.
.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
De kanaalverwarming is geschikt voor montage in een kanaalsysteem. Montage in het kanaalsysteem gebeurt met bouten of
geleiders.
De luchtrichting door de kanaalverwarming moet de pijl volgen op het deksel van de
De kanaalverwarming kan worden gemonteerd in een horizontaal of vertikaal kanaal met de aansluitkast aan de zijkant. Montage
met de
naar beneden of naar boven is
toegestaan.
aansluitkast
aansluitkast
De opening naar de ruimte moet zijn voorzien van een goed vastgezet rooster of aanzuigopening die bescherming geeft tegen
het aanraken van het verwarmingselement.
In de onmiddellijke nabijheid van de uitblaasopening moet zich een waarschuwingstekst bevinden tegen het afdekken van deze
opening.
De afstand van of tot de kanaalbocht, klep, filter of dergelijke, moet ten minste gelijk zijn aan de afstand die overeenkomt met de
diagonale afmeting van de kanaalverwarming, d.w.z. van hoek tot hoek op het kanaaldeel van de kanaalverwarming, aangezien er
anders een risico bestaat dat de luchtstroom door de kanaalverwarming onevenwichtig wordt, met het risico dat de oververhitting
wordt geactiveerd.
Bijvoorbeeld: 800x400mm geeft een afstand die minstens 900mm moet zijn.
De kanaalverwarming moet geïsoleerd worden volgens de geldende voorschriften voor ventilatiekanalen. De isolatie moet worden
uitgevoerd in onbrandbaar isolatiemateriaal. De isolatie mag het deksel niet verbergen, aangezien het typeplaatje zichtbaar moet
zijn en het deksel eraf gehaald moet kunnen worden.
De kanaalverwarming moet toegankelijk zijn voor demontage en inspectie.
De afstand van de plaatijzeren afdekking van de kanaalverwarming tot hout of ander brandbaar materiaal mag
minder zijn
dan 100mm.
.
.
NIET
NIET
Max. toelaatbare omgevingstemperatuur is 30°C
Max toelaatbare uitgaande luchttemperatuur is 50°C
Er hoeft geen onderhoud te worden gepleegd, met uitzondering van een periodieke functietest en het opnieuw vastzetten van de
voedingsaansluitingen van de netspanning (minimaal een keer per jaar).
1.
2.
3.
4.
Indien de handmatig te resetten oververhittingsbeveiliging is geactiveerd, moet het volgende in acht worden genomen:
Uitsluitend een bevoegde elektricien mag het deksel van de aansluitkast openen.
De voedingsspanning moet worden losgekoppeld.
Onderzoek wat de oorzaak is dat de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd.
Wanneer de storing is verholpen, kan de oververhittingsbeveiliging worden gereset.
Содержание VFLPG Series
Страница 23: ...23 VFLPG VFL VTL...
Страница 26: ...26 VFLPG VFL VTL MQEM MQEML...
Страница 33: ...33 VFLPG VFL VTL...
Страница 36: ...36 VFLPG VFL VTL MQX MQXL MQY MQYL...
Страница 41: ...41 VFLPG VFL VTL...
Страница 44: ...44 VFLPG VFL VTL MQC MQCL...
Страница 49: ...49 VFLPG VFL VTL...
Страница 53: ...53 VFLPG VFL VTL MQP MQPL...
Страница 61: ...61 VFLPG VFL VTL...
Страница 62: ...62 VFLPG VFL VTL...
Страница 63: ...63 VFLPG VFL VTL...