93
NE
d
ERL
AN
d
S
Gebruiksaanwijzing
4.2 RIDE+ Pro controller
1• Snelheidsindicator 2• Accu status 3• ‘+’ knop 4• ‘-’ knop 5• Ritafstand-, totaalafstand,
gemiddelde snelheid, tijdsaanduiding 6• Huidige ondersteuningsstand 7• Huidige
terugwinningsstand 8• Mode‐switch knop
9• Aan/Uit
knop 10• verlichting Aan/Uit
• Systeem in- en uitschakelen
Druk op een van de twee bovenste knoppen om het systeem in te
schakelen. De accu piept vier keer, het systeem voert een korte
zelfcontrole uit (op de display weergegeven als een als een aftel-
procedure in het snelheidsveld) en het systeem wordt geactiveerd
(ingeschakeld). Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt het scherm
weergegeven en verschijnt elke functie naast de overeenkomstige knop.
Om het systeem uit te schakelen, drukt u op de knop
De accu
piept vijf keer. Rijden met het systeem ingeschakeld op stand
0 is hetzelfde als rijden met het systeem uitgeschakeld.
Als de fiets wordt achtergelaten met het systeem ingeschakeld,
wordt dit automatisch uitgeschakeld na ongeveer 10 minuten.
• De positie van de knoppen wijzigen
De aan/uit-knop
en de modusselectieknop
bevinden zich
normaal aan de rechterkant, en de knoppen ‘+’ en ‘-’ aan de linkerkant.
De functies van de knoppen, rechts en links, kunnen worden verwis-
seld. De code voor deze functie is 2009. Meer informatie hierover kan
gevonden worden in de paragraaf ‘programmeren’.
• De ondersteuningsstand wijzigen
Als het systeem op ondersteuning is ingesteld, drijft de elektrische motor het achterwiel aan en
ondersteunt zo de trapbewegingen van de berijder. De ondersteuningsstand wordt weergegeven
door de pijltjes onderin het display.
Belangrijk: Het wordt sterk aangeraden om rechtuit weg te rijden wanneer het systeem in een onder-
steuningsstand staat. Selecteer nooit ondersteuningsstand 3 of 4 tijdens het wegrijden of manoeuvreren in
een scherpe bocht. De krachtige reactie van de motor kan ervoor zorgen dat u verrast wordt.
Voor trapondersteuning drukt u op de knop ‘+’. Voor ondersteunings- stand 1 drukt u
eenmaal op de knop ‘+’. Druk nogmaals op deze knop voor meer ondersteuning.Voor
minder trapondersteuning drukt u op de knop ‘-’. Om van welke ondersteunings-
stand dan ook over te schakelen naar het eerste terugwinningsstand, houdt u de knop
‘-’ ingedrukt.Als het fietspictogram op het scherm wordt weergegeven, biedt de motor
geen ondersteuning.
9
8
2
4
1
7
6
3
4
5