NL-10
EC Midsize met
tandwielaandrijving
RIJDEN VAN DE MACHINE IN DE TRANSPORTSTAND
1. Ontkoppel het maaidek met de krachtafnemerschakelaar. Druk de OPC in. Gebruik de schakelhendel om
de gewenste voorwaartse snelheid te bereiken.
2. Ontspan de tractiehendelvergrendelingen en schakel beide tractiebedieningshendels tezelfdertijd geleidelijk
in.
N.B. Inschakeling van slechts één tractiehendel laat de machine naar de betreffende kant draaien.
MAAIEN MET DE MACHINE
1.
Breng de afvoergoot in positie of monteer een geschikte grasvanger of mulchplaat op de voorgeschreven
wijze alvorens te starten om met maaien te beginnen.
2.
Druk de OPC in.
3.
Koppel het maaidek via de krachtafnemerschakelaar.
4.
Schakel de messen niet met ‚volgas‘ in, maar gebruik een motortoerental halverwege tussen stationair en
‚volgas‘.
5.
Beweeg de schakelhendel naar de gewenste maaisnelheid. Ontspan de tractievergrendelingen en laat beide
tractiebedieningshendels geleidelijk tezelfdertijd ingrijpen.
6.
Werk zodanig dat de grasknipsels worden uitgeworpen aan de kant die al gemaaid is. Dit resulteert in een
evenwichtige verspreiding van de knipsels en een uniform maaipatroon.
•
Bij het maaien van grote stukken terrein dient te worden begonnen met naar rechts te draaien zodat
knipsels weg van struiken, schuttingen, oprijlanen enz. worden uitgeworpen. Na twee of drie rondes dient in
de tegenovergestelde richting te worden gemaaid (linker draaien) tot het werk is voltooid.
•
Als het gras bijzonder hoog staat behoort het tweemaal te worden gemaaid, waarbij het de eerste keer
relatief lang wordt gelaten en de tweede keer de gewenste lengte krijgt.
• Bij maaidekken met zijdelingse uitworp moet de linkerkant van de maaier voor trimmen
worden gebruikt.
STILZETTEN VAN DE MACHINE
1.
Trek de tractiehendels omhoog tot de remwerking wordt ingeschakeld.
2.
Schakel de tractiehendelvergrendelingen in om de parkeerremstand te bereiken.
3.
Ontkoppel het maaidek met de krachtafnemerschakelaar.
4.
Schakel de transmissie naar de neutraalstand.
5.
Sluit de smoorregeling om het motortoerental te verlagen en zet de motor stil via de contactschakelaar.
N.B. Wanneer de machine per vrachtwagen of trailer wordt vervoerd, of ongebruikt achterblijft, dan moet de
brandstofklep (onder de brandstoftank) worden dichtgedraaid. Dit voorkomt de mogelijkheid van overlopen indien
er vuil komt onder de vlotternaald van de carburator. Het openlaten van de brandstofklep kan een ernstig geval
van overlopen tengevolge hebben waardoor de motor mogelijk wordt geruïneerd omdat de olie wordt vervuild.
VOORKOM LICHAMELIJK LETSEL OF BESCHADIGING VAN EIGENDOM ALS
GEVOLG VAN WEGGESLINGERDE VOORWERPEN OF CONTACT MET DE MESSEN
•
Houd lichaamsdelen op veilige afstand van de messen.
•
Zet de motor stil en laat de messen volledig tot stilstand komen alvorens de grasvanger te verwijderen of
ontstopping uit te voeren.
•
Houd het werkgebied vrij van omstanders en huisdieren.
•
Verwijder voorwerpen die door de messen kunnen worden geraakt en weggeslingerd.
•
Stop de messen voordat een grindgedeelte wordt overgestoken.
•
Begin nooit te werken zonder dat er een afvoergoot, mulchinrichting of complete grasvanger is geplaatst.
MACHINEWERKING
WAARSCHUWING
Содержание RANSOMES 933407
Страница 2: ...2002 Textron Inc All Rights Reserved...
Страница 123: ......