54
Veiligheidsinstructies
NL
Veiligheidsinstructies
Voor aansluiting en werking
• De apparaten worden volgens de geldende veiligheidsvoor-
schriften gebouwd.
• Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het appa-
raat mogen alleen door een erkend vakman volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondes-
kundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor
uw veiligheid.
Voor de kookplaat
• Wegens de zeer snelle reactie bij een hoog ingestelde
kookstand de inductiekookplaat niet zonder toezicht
gebruiken!
• Houd bij het koken rekening met de hoge opwarmsnelheid van
de kookzones. Vermijd het leegkoken van pannen omdat daar-
bij het gevaar bestaat dat de pannen oververhit raken!
• Plaats geen lege potten en pannen op de ingeschakelde kook-
zones.
• Wees voorzichtig bij het gebruik van bain-marie pannen. Bain-
marie pannen kunnen onbemerkt leegkoken! Dat veroorzaakt
beschadigingen aan de pan en aan de kookplaat. De fabrikant
kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld!
• Schakel een kookzone na gebruik altijd met de min-toets uit.
• Oververhitte vetstoffen en olie kunnen spontaan ontbranden.
Bij het bereiden van gerechten met vet en olie steeds in de
buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen!
Een deksel op de pan leggen, kookzone uitschakelen.
• De keramische plaat is zeer resistent. Zorg er niettemin voor
dat er geen harde voorwerpen op de keramische plaat vallen.
Puntvormige slagbelastingen kunnen de kookplaat doen bre-
ken.
• Bij breuken, barsten, scheuren of andere beschadigingen aan
de keramische kookplaat bestaat gevaar voor elektrische
schokken. Het apparaat onmiddellijk buiten gebruik nemen.
Onmiddellijk de zekering in de woning uitschakelen en contact
opnemen met de klantenservice.
• Als de kookplaat door een defect in de sensorregeling niet
meer kan worden uitgeschakeld, onmiddellijk de zekering in de
woning uitschakelen en contact opnemen met de klanten-
service.
• Voorzichtig bij het werken met huishoudelijke apparaten! Net-
snoeren mogen niet met de hete kookzones in contact komen.
• De keramische kookplaat mag niet worden gebruikt om er
voorwerpen op neer te leggen!
• Geen aluminiumfolie of kunststof op de kookzones leggen.
Alles wat kan smelten uit de buurt van de hete kookzone hou-
den, bijv. kunststof, folie, in het bijzonder suiker en gerechten
met een hoog suikergehalte. Suiker onmiddellijk met een spe-
ciale glasschraper volledig van de keramische kookplaat ver-
wijderen zolang deze nog warm is, om beschadigingen te
vermijden.
• Metalen voorwerpen (zoals keukengerei, bestek ...) mogen
niet op de inductiekookplaat worden gelegd omdat ze heet
kunnen worden. Gevaar voor verbranding!
• Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare of vervormbare voor-
werpen direct onder de kookplaat leggen.
• Metalen voorwerpen die op het lichaam worden gedragen,
kunnen in de onmiddellijke nabijheid van de inductiekookplaat
heet worden. Opgelet, kans op verbranding.
Voor niet-magnetiseerbare voorwerpen (bijv. gouden of zilve-
ren ringen) geldt dit niet.
• Nooit gesloten conservenblikken en compoundverpakkingen
op kookzones verwarmen. Door de energietoevoer kunnen
deze uiteenspatten!
• De sensoren schoonhouden omdat verontreinigingen door het
apparaat als vingercontact kunnen worden herkend. Nooit
voorwerpen (pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren plaat-
sen!
Als pannen tot over de sensoren overkoken, is het aanbevolen
op de UIT-toets te drukken.
• Hete potten en pannen mogen de sensoren niet afdekken. In
dat geval wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
• Grote pannen zoveel mogelijk op de achterste kookzones
gebruiken, om te vermijden dat de sensoren te warm worden
(oververhitting van de touch-control; foutmelding ER21).
• Als er zich in de woning huisdieren bevinden die aan de kook-
plaat kunnen, moet de kinderbeveiliging worden geactiveerd.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag
de inductiekookplaat niet worden gebruikt.
Voor personen
• Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door perso-
nen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of met gebrek aan ervaring en/of
kennis, tenzij een voor hun veiligheid verantwoordelijke per-
soon erop toezicht houdt of hen aanwijzingen heeft gegeven
hoe het apparaat moet worden gebruikt.
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om te ver-
hinderen dat ze met het apparaat spelen.
• Let op:
De oppervlakken van verwarmings- en kookzones worden bij
het werken heet. Daarom moeten kleine kinderen principieel
uit de buurt worden gehouden.
• Personen met pacemakers of geïmplanteerde insulinepompen
moeten zich ervan verzekeren dat hun implantaten niet door
de inductiekookplaat worden beïnvloed (het frequentiebereik
van de inductiekookplaat bedraagt 20-50 kHz).