NL
INTERN LAMPJE VERWISSELEN
Bij het vervangen van het binnenlampje (
afb. 7
), dient men onderstaande aanwijzingen in de
volgorde waarin ze beschreven zijn, op te volgen:
1. De koelkast uit contactleiding uit te schakelen.
2. Fixeertoets van het plafond rechts afslaan en wegnemen, indien naar beneden trekken.
3. Het lampje wisselen. Lampje 15 W, patroon E 14.
4. Ten eerste het plafond rechts instellen, nadat boven drukken tot het fixeert.
5. De koelkast in contactleiding inschakelen.
TEMPERATUUR INSTELLEN
De temperatuur in het koelgedeelte wordt bediend door de thermostaatknop
3
(
afb. 1
) in de
gewenste stand te draaien. De temperatuur wordt naast de thermostaatknop aangegeven.
0
= Compressor is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING! Elektriciteit is niet uitgeschakeld.
1
= hoogste temperatuur (laagste koeling)
5
= laagste temperatuur (hoogste koeling)
Indien de levensmiddelen in het koelgedeelte te koud zijn, zet dan de thermostaatknop op stand
1
,
2
of
3
. Indien de levensmiddelen in het koelgedeelte niet voldoende worden gekoeld, zet dan de
thermostaatknop op stand
4
of
5
.
!
Regel de gewenste temperatuur in de koelkast naar uw eigen wensen.
!
DE TEMPERATUUR IN HET KOELGEDEELTE KAN IN HOGE MATE BEÏNVLOED WORDEN DOOR DE
OMGEVINGSTEMPERATUUR, DE HOEVEELHEID LEVENSMIDDELEN DIE BEWAARD WORDEN EN DOOR
DE REGELMAAT WAARMEE DE DEUR GEOPEND WORDT. Het is daarom aangeraden om:
�
de koelkast niet naast warmtebronnen te plaatsen,
�
levensmiddelen die in de koelkast worden bewaard nooit warmer te laten zijn dan de
omgevingstemperatuur,
�
de deur moet nooit open te laten staan,
�
de deur nooit langer open te houden dan nodig is om levensmiddelen te plaatsen of te verwijderen.
!
ALS DE OMGEVINGSTEMPERATUUR LAAG IS, ZAL DE KOELKAST MINDER KOELEN. DE
TEMPERATUUR IN DE KOELKAST KAN DAAROM STIJGEN. Gebruik de thermostaatknop om een lagere
temperatuur in te stellen
GEBRUIK VAN HET VRIESGEDEELTE
Het snelvriesgedeelte wordt in het vriesgedeelte aangegeven met het teken
Verse levensmiddelen die ingevroren dienen te worden, moeten in een of twee lagen in het
snelvriesgedeelte worden geplaatst. De thermostaatknop moet op stand
5
worden gezet. Na 24 uur
dienen de gevroren levensmiddelen verplaats te worden van het invriesgedeelte naar de andere laden.
Als de producten ingevroren zijn, dient de thermostaatknop
op zijn vroegere stand teruggezet te
worden.
�
VRIES NOOIT MEER LEVENSMIDDELEN TEGELIJK IN DAN DE AANBEVOLEN HOEVEELHEID: VOOR
MODEL
RF390, 390 L
,
RF360, KKG 360, 360 L
,
RF310, KKG 310, 310 L
,
RF300, 300 L
IS
DEZE 12 KG PER 24 UUR. VOOR MODEL
RF315
,
RF270, 270L
IS DEZE 5 KG PER 24 UUR.
�
Behoud een ruimte van minstens 3 cm tussen de levensmiddelen en de bovenwand van het
vriesgedeelte (
afb. 10
).
�
Bewaar geen onverpakte levensmiddelen in het vriesgedeelten.
�
Vries nooit koolzuurhoudende vloeistoffen in.
�
Nog niet ingevroren levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren middelen.
�
Vries nooit levensmiddelen in die warmer zijn dan de omgevingstemperatuur.
�
Gebruik voor het invriezen van vloeistoffen geen glazen houders of flessen.
�
Houd u streng aan de invriesdata die op de verpakking van de levensmiddelen zijn vermeld.
�
ER WORDT AANGERADEN OM INGEVROREN VIS EN WORST NIET LANGER DAN 6 MAANDEN IN HET
VRIESGEDEELTE TE BEWAREN; KAAS, KIPPEN-, VARKENS- EN LAMSVLEES NIET LANGER DAN 8
MAANDEN; RUNDVLEES, FRUIT EN GROENTE NIET LANGER DAN 12 MAANDEN.
14
GEBRUIK VAN HET VRIESGEDEELTE
Het snelvriesgedeelte wordt in het vriesgedeelte aangegeven met het teken
Verse levensmiddelen die ingevroren dienen te worden, moeten in een of twee lagen in het
snelvriesgedeelte worden geplaatst. De thermostaatknop moet op stand
5
worden gezet. Na 24 uur
dienen de gevroren levensmiddelen verplaats te worden van het invriesgedeelte naar de andere laden.
Als de producten ingevroren zijn, dient de thermostaatknop
o p z i j n vro e g e r e s t a n d
t e r u g ge z e t t e w o r d e n.
�
VRIES NOOIT MEER LEVENSMIDDELEN TEGELIJK IN DAN DE AANBEVOLEN HOEVEELHEID.
�
Behoud een ruimte van minstens 3 cm tussen de levensmiddelen en de bovenwand van het
vriesgedeelte.
�
Bewaar geen onverpakte levensmiddelen in het vriesgedeelten.
�
Vries nooit koolzuurhoudende vloeistoffen in.
�
Nog niet ingevroren levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren middelen.
�
Vries nooit levensmiddelen in die warmer zijn dan de omgevingstemperatuur.
�
Gebruik voor het invriezen van vloeistoffen geen glazen houders of flessen.
�
Houd u streng aan de invriesdata die op de verpakking van de levensmiddelen zijn vermeld.
�
ER WORDT AANGERADEN OM INGEVROREN VIS EN WORST NIET LANGER DAN 6 MAANDEN IN HET
VRIESGEDEELTE TE BEWAREN; KAAS, KIPPEN-, VARKENS- EN LAMSVLEES NIET LANGER DAN 8
MAANDEN; RUNDVLEES, FRUIT EN GROENTE NIET LANGER DAN 12 MAANDEN.
Содержание KGC310A+
Страница 1: ......
Страница 2: ......
Страница 3: ...1...
Страница 4: ...10 1 1 2 2 2...
Страница 35: ......
Страница 36: ...NRFNIVR...