/NL-19
GESCHIKTE SCHALEN, TIPS EN ADVIES
OMDRAAIEN/ROEREN
Vrijwel alle gerechten moeten af en toe een keer
worden omgedraaid of geroerd. Delen, die aan elkaar
vastzitten, zo spoedig mogelijk van elkaar scheiden
en anders rangschikken. 1Kleinere hoeveelheden
ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij
adviseren daarom zo klein mogelijke porties in te
vriezen. Zo kon u snel en gemakkelijk hele menu’s
samenstellen. Gevoelige gerechten, zoals taart,
slagroom, kaas en brood, niet geheel ontdooien,
maar slechts voordooien en op kamertemperatuur
verder laten ontdooien. Daardoor voorkomt u dat
de buitenste gedeelten reeds te heet worden, terwijl
de binnenste nog bevroren zijn. De standtijd na het
ontdooien van voedsel is zeer belangrijk, omdat de
dooiprocedure gedurende deze tijd wordt voortgezet.
In de dooitabel vindt u de standtijd voor verschillende
gerechten. Dikke, compacte gerechten hebben een
langere standtijd nodig dan vlakke of gerechten
met een poreuze structuur. Als het voedsel niet
voldoende ontdooid is, kan u het verder ontdooien
in de magnetron of de standtijd dienovereenkomstig
verlengen. Gerechten na de standtijd bij voorkeur
onmiddellijk verder verwerken en niet opnieuw
invriezen.
HET KOKEN VAN VERSE GROENTEN
●
Let bij het kopen van groenten op, dat de stukken
zoveel mogelijk van gelijke grootte zijn. Dit is
vooral van belang, wanneer u de groenten heel wilt
koken (bijv. ongeschilde aardappelen).
●
Groenten voor de bereiding wassen, panklaar
maken en pas dan de vereiste hoeveelheid voor het
recept afwegen en snijden.
●
Kruidt zoals normaal, maar voeg in het algemeen
pas na het koken zout toe,
●
Per 500 gr. groenten bij benadering 5 EL water
toevoegen. Groenten die rijk aan vezels zijn,
hebben wat meer water nodig. De nodige gegevens
hierover vindt u in de tabel (blz. 51).
●
Groenten worden in het algemeen in een schaal met
deksel gekookd. Vloeistofrijke groenten, zoals bijv.
uien of geschilde aardappelen, kunnen zonder
toevoeging van water in magnetronfolie worden
gekookd.
●
Groenten na de helft van de kooktijd roeren of
omdraaien.
●
Na het koken dient u de groenten bij benadering
2 min. te laten staan,zodat de temperatuur zich
gelijkmatig verspreid (standtijd).
●
De vermelde kooktijden zijn richtlijnen en zijn
afhankelijk van gewicht, uitgangstemperatuur en
hoedanigheid van de groenten. Hoe verser de
groenten, des te korter zijn de kooktijden.
HET KOKEN VAN VLEES, VIS EN
GEVOGELTE
●
Let bij het kopen van vlees op, dat de stukken
zoveel mogelijk van gelijke grootte zijn. Op die
manier krijgt u een goed kookresultaat.
●
Vlees, vis en gevogelte voor de bereiding grondig
wassen onder stromend koud water en met
keukenpapier betten. Daarna zoals normaal verder
werken.
●
Rundsvlees dient goed behangen te zijn en weinig
pezen te bevatten.
●
Ondanks de gelijkmatige grootte van de
vleesstukken kan het kookresultaat verschillend zijn.
Dit hangt onder andere af van het soort vlees, van
het verschillende vet- en vloeistofgehalte alsmede
van de temperatuur van het vlees voor het koken.
●
Vanaf een kooktijd van 15 min. verkrijgt men een
natuurlijke bruinering, die door de toepassing van
bruineringsmiddelen nog kan worden versterkt. Om
daarnaast een knapperig oppervlak te verkrijgen,
dient u bruineringsserviesgoed te gebruiken of het
voedsel op het fornuis aan te braden en in de
magnetron te laten gaar sudderen. Op die manier
verkrijgt u tegelijkertijd een bruine substantie voor
de toebereiding van de saus.
●
Grotere vlees-, vis- en gevogeltestukken na de
halve kooktijd draaien, zodat ze van alle kanten
gelijkmatig gaar worden.
●
Bedek uw braadvlees na het koken met
aluminiumfolie en laat het bij benadering 10 min.
rusten (standtijd). Gedurende deze tijd kookt het
braadvlees na en de vloeistof wordt gelijkmatig
verdeeld, zodat er bij het snijden minder vleessap
verloren gaat.
ONTDOOIEN EN KOKEN VAN
VOEDSEL
Diepvriesgerechten kunnen in de magnetron in één keer
worden ontdooid en tegelijkertijd worden gekookd.
In de tabel vindt u hiervan enkele voorbeelden.
Let u bovendien op de algemene aanwijzingen bij
“verwarmen” en “ontdooien” van voedsel. Voor
toebereiding van in de handel gebruikelijke panklare
diepvriesprodukten dient u zich aan de gegevens van
de fabrikant op de verpakking te houden.
85