Schwamborn 716500, Перевод оригинального руководства по эксплуатации, Страница: 56 / 76

4 Onderhoud
NL
DSM 650‐RC / DSM 800‐RC
56
Standen van de gewichtselementen [Fig. N]:
A
Standaardstand voor slijpen, transporteren en
opslag.
B Stand voor slijpen met versterkte slijpdruk en
voor het oprijden van hellingen
(bijvoorbeeld oprijplaten).
C Stand voor slijpen met gereduceerde slijpdruk
resp. voor het kantelen van de machine.
1. Het gewichtselement aan de greep [47, Fig. N]
vasthouden.
2. Alleen in positie A/B:
De borgpen [48, Fig. N] trekken
3. Het gewichtselement in de vereiste positie
zwenken.
In posities A en B vergrendelt het ge­
wichtselement.
4.4 Slijpwerktuigen demonteren en monteren
Gevaar voor beschadiging door ondeugdelijk
gereedschap!
De fabrikant adviseert dringend, uitsluitend het
door Schwamborn aangeboden en gecertifi­
ceerde gereedschap te gebruiken.
De eigenschappen van het oppervlak dat moet
worden geslepen bepalen het type resp. de samen­
stelling van het gebruikte werktuig.
Alle voor deze machine goedgekeurde slijpwerk­
tuigen [Fig. W] worden op dezelfde wijze ge­
monteerd en gedemonteerd.
Volgens de bewerkingsprocedure steeds 3 of 6
werktuigen van hetzelfde type en slijtagegraad
werktuighouder monteren.
Alle werktuighouders moeten met diamantwerk­
tuigen van hetzelfde type en hetzelfde aantal
zijn uitgerust. De hoogte van de diamantwerktui­
gen (slijtage) moet gelijk zijn.
Gevaar voor letsel door scherpe randen!
Aan het diamantwerktuig kan tijdens het slijpen
een zeer scherpe rand ontstaan. Veilig­
heidshandschoenen dragen!
1. De machine kantelen
(
!
hoofdstuk 4.2.1 ‐ pagina 55).
2. Door een zachte tik met een kunststofhamer de
werktuigen [50, Fig. O] uit de werktuighouder
[51, Fig. O] losmaken en daarna verwijderen.
3. Nieuwe werktuigen in de uitsparing [49, Fig. O]
van de werktuighouder plaatsen en in de richting
van de pijl vastdrukken (eventueel voorzichtig
met een kunststofhamer in de richting van de pijl
inslaan).
4. De machine rechtop zetten
(
!
hoofdstuk 4.2.2 ‐ pagina 55).
4.5 De machine reinigen
1. De machine kantelen
(
!
hoofdstuk 4.2.1 ‐ pagina 55).
2. De machine en de werktuigen na gebruik met
een doek resp. geschikte middelen droog
reinigen.
3. De machine rechtop zetten
(
!
hoofdstuk 4.2 ‐ pagina 55).
4.5.1 Ventilatiefilter controleren/reinigen/vervangen
Om de koeling van de elektrische componenten te
waarborgen moeten de 2 ventilatiefilters bij sterke
verontreiniging worden gereinigd.
1.
Beide afdekkingen [54, Fig. Q] verwijderen
(elk 8 schroeven,
!
pijlen)
2. Beide filterdeksels [55, Fig. Q] openen.
3. Beide filters [56, Fig. Q] controleren, eventueel
reinigen en bij sterke verontreiniging vervangen.
4. Beide filterdeksels sluiten.
5. Beide afdekkingen monteren (elk 8 schroeven)
4.6 Elektrische componenten controleren
Alle werkzaamheden aan de elektrische com­
ponenten van de machine mogen uitsluitend
door een voldoende geïnformeerde en gekwalifi­
ceerde elektromonteur worden uitgevoerd!
Brandgevaar door defecte elektrische leidingen!
Netleiding en netstekker regelmatig op juiste
werking controleren!
4.7 Afsluitende werkzaamheden
ofwel de machine stilzetten
a. De netstekker [37, fig. E] van het net
scheiden.
b. De stofafzuiging [36, Fig. E] van de ma­
chine scheiden.
c. Indien nodig de handklep [42, Fig. A] ope­
nen en de tank legen.
d. Beide gewichtselementen in de standaard‐
stand A zwenken
(
!
hoofdstuk 4.3 ‐ pagina 55).
e. Eventueel bereik reduceren:
De geleidestang naar voren (boven de
slijpeenheid [11, Fig. P] instellen
(
!
hoofdstuk 3.1.1 ‐ pagina 51).
of de machine weer in gebruik nemen
(
!
hoofdstuk 3.1 – pagina 51).