NL
BE
36
• een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit van
het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de
warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het plaatje met de
technische gegevens aan de onderkant van het apparaat;
• de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de
wand mogen niet verstopt kunnen raken;
• met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet wordt
verminderd;
• op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
Aansluitende
Ventilatie
Bijzonderheid A
k a m e r
kamer
A
Voorbeeld van een ventilatieopening
Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandingslucht
de deur en de vloer
Afb. 2A
Afb. 2B
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte worden
toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen slaapkamer of een
ruimte waar brandgevaar bestaat betreft, zoals bijv.
opslagplaatsen, garages, magazijnen met brandbaar materiaal
enz., en ze in overeenstemming met de geldende normen is
geventileerd. De toevoer van de lucht vanuit een nevenliggende
ruimte naar de te ventileren ruimte dient vrijelijk door permanente
openingen te worden gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner
mag zijn dan die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook
worden verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer
te vergroten (Afb.2B). Als voor de afvoer van de
verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt, zal
de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de maximale
capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de
elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een
luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat
kan een extra ventilatie noodzakelijk blijken die kan worden
verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of een
verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien
aanwezig. De gassen van een vloeibaar gemaakt gasmengsel
(LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. De ruimtes
waarin gasflessen met LPG staan moeten dan ook openingen
naar buiten hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel
gelekte gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen
LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes;
in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te laten staan die
op dat moment in gebruik is, waar u de gasfles uit de buurt van
warmtebronnen moet neerzetten waardoor de temperatuur van
de gasfles eventueel op kan lopen tot meer dan 50°C.
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende installateur
om hem in staat te stellen de handelingen met betrekking tot de
installatie op de meest correcte wijze en in overeenstemming met de
van toepassing zijnde normen uit te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen
enz. moeten op een van het elektriciteitsnet
enz. moeten op een van het elektriciteitsnet
enz. moeten op een van het elektriciteitsnet
enz. moeten op een van het elektriciteitsnet
enz. moeten op een van het elektriciteitsnet
afgesloten apparaat worden uitgevoerd.
afgesloten apparaat worden uitgevoerd.
afgesloten apparaat worden uitgevoerd.
afgesloten apparaat worden uitgevoerd.
afgesloten apparaat worden uitgevoerd. Indien het
noodzakelijk mocht blijken de elektrische voeding te handhaven, zal
de grootst mogelijke voorzorg moeten worden genomen.
De kookplaten hebben de volgende technische kenmerken
technische kenmerken
technische kenmerken
technische kenmerken
technische kenmerken:
-Klasse 1:
-Klasse 1:
-Klasse 1:
-Klasse 1:
-Klasse 1: alle modellen waarvan de hoogte van de rand
meer is dan/gelijk is aan 82 mm (zie volgende
bladzijde, afb. 4 onderdeel H3).
-Klasse 3:
-Klasse 3:
-Klasse 3:
-Klasse 3:
-Klasse 3: alle modellen waarvan de hoogte van de rand
minder is dan 82 mm (zie volgende bladzijde, afb. 4
onderdelen H1 en H2).
-Categorie II2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË).
P l a a t s i n g
P l a a t s i n g
P l a a t s i n g
P l a a t s i n g
P l a a t s i n g
Dit apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden en functioneren
in ruimtes die permanent geventileerd zijn in overeenstemming
met de voorschriften van de geldende normen. De volgende eisen
moeten in acht genomen worden:
• Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren naar
een speciaal hiervoor bestemde kap die op een schoorsteen,
een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten moet zijn
aangesloten (Afb.1).
• Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een in het raam
of in de buitenmuur geplaatste ventilator worden gebruikt die
tegelijkertijd met het apparaat in werking gesteld moet worden.
Afb.1
In open haard of vertakte rookpijp
Meteen naar buiten
(aanwezig bij de kookapparaten)
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een
hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor de
verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte. De
natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden gewaarborgd
door middel van permanente openingen in de buitenmuren van
de ruimte, of door enkele of collectief vertakte ventilatiekanalen, in
overeenstemming met de geldende normen. De lucht dient
rechtstreeks van buitenaf en uit de buurt van bronnen van
verontreiniging te worden toegevoerd. De ventilatieopening moet
over de volgende eigenschappen beschikken (Afb.2A):
Instructies voor de installateur
Содержание B 40 L CS F Series
Страница 51: ...BE 51 DE AT...
Страница 52: ...52 BE DE AT 04 2011 195059115 02 XEROX FABRIANO...