Montagehandleiding
2
RRHQ+RRLQ006~008BAV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW54244-1
■
Gebruik bij de installatiewerkzaamheden alleen de vermelde
accessoires en onderdelen.
Wanneer u toch andere onderdelen zou gebruiken, kan dit
leiden tot waterlekken, elektrische schokken, of brand, of kan de
unit vallen.
■
Installeer de unit op een basis die het gewicht kan dragen.
Wanneer de basis niet sterk genoeg is, kan het toestel naar
beneden vallen en iemand verwonden.
■
Houd bij de installatiewerkzaamheden rekening met sterke
windstoten, stormen of aardbevingen.
Een slechte installatie kan leiden tot ongevallen met gevallen
toestellen.
■
De elektrische installatie moet door bevoegd personeel conform
de plaatselijke wetten en voorschriften en deze montage-
handleiding op een apart circuit worden uitgevoerd.
Onvoldoende vermogen van het voedingscircuit of een
verkeerde elektrische installatie kan leiden tot elektrische
schokken of brand.
■
Zorg ervoor dat alle bedrading goed is aangesloten, dat de
voorgeschreven bedrading werd gebruikt en dat er geen externe
krachten op de klemaansluitingen of bedrading worden
uitgeoefend.
Onvolledige aansluitingen of bevestigingen kunnen brand
veroorzaken.
■
Wanneer u de bedrading van de voeding en de bedrading
tussen de binnen- en de buitenunit uitvoert, moet u de kabels
zodanig leiden dat het zijpaneel volledig kan gesloten worden.
Installeer deksels over de draden.
Wanneer het zijpaneel niet is aangebracht, kunnen de klemmen
oververhitten, of kunnen elektrische schokken of brand worden
veroorzaakt.
■
Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en onmiddellijk na
gebruik aangezien zij dan warm of koud kunnen zijn, afhankelijk
van de staat van het koelmiddel in de koelmiddelleidingen, de
compressor en andere onderdelen van de koelmiddelcyclus. U
kunt uw handen verbranden of bevriezen als u de koelmiddel-
leidingen aanraakt. Laat de leidingen een tijdje afkoelen tot hun
normale temperatuur of, als u ze toch meteen moet aanraken,
draag dan gepaste handschoenen om letsels te voorkomen.
■
Als het koelgas tijdens de installatiewerkzaamheden lekt, moet
u de ruimte onmiddellijk ventileren.
Wanneer het koelgas aan vuur wordt blootgesteld, kunnen
giftige gassen vrijkomen.
■
Controleer na het voltooien van de installatiewerkzaamheden
het systeem op koelgaslekken.
Wanneer het koelgas in de ruimte vrijkomt en in contact komt
met een kachel of een fornuis, kan een giftig gas worden
geproduceerd.
■
Wanneer u eerder geïnstalleerde units op een andere plaats wilt
installeren, moet u na het afpompen eerst het koelmiddel
aftappen. Raadpleeg het hoofdstuk "Afpompen" op pagina 10.
■
Raak ongewenste vloeistoflekken nooit rechtstreeks aan. U zou
ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing.
■
Installeer een aardlekschakelaar in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale regelgeving. Anders bestaat het
gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand
ontstaat.
■
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals
beschreven in de montagehandleiding en conform met de
nationale elektrische bedradingsvoorschriften of de
reglementen.
Bedrading met een te kleine capaciteit of een onvolledige
bedrading kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
■
Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Deel dus nooit een
voeding met een ander apparaat.
■
Gebruik voor de bedrading een kabel die lang genoeg is zodat u
geen verbindingen moet maken. Gebruik geen verlengsnoer.
Sluit geen andere toestellen aan op de voeding; gebruik een
apart stroomcircuit.
Anders kunnen er abnormale warmte, elektrische schokken of
brand ontstaan.
■
Stop tijdens het afpompen de compressor voordat u de
koelleiding verwijdert.
Als de compressor nog draait en de afsluiter tijdens het
afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer
u de koelleiding verwijdert. Dit veroorzaakt dan een abnormale
druk in de vriescyclus, wat leidt tot defecten en zelfs letsels.
■
Monteer bij de installatie de koelleiding goed voordat u de
compressor inschakelt.
Als de compressor niet is aangesloten en de afsluiter tijdens het
afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer
de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een
abnormale druk in de vriescyclus, wat leidt tot defecten en zelfs
letsels.
Voorzichtig
■
Aard de unit.
Houd u bij de aardweerstand aan de nationale regelgeving.
Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of water-
leiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
■
Gasleiding.
Ontbranding of ontploffing mogelijk bij gaslekken.
■
Waterleiding.
Harde plastic leidingen vormen geen goede aarding.
■
Bliksemafleider of telefoonaarding.
Het elektrisch potentiaal kan abnormaal hoog stijgen bij een
blikseminslag.
■
Installeer de afvoerleiding in overeenstemming met deze
montagehandleiding om voor een goede afvoer te zorgen, en
isoleer de leiding om condensvorming te voorkomen. Zie de
combinatietabel in "Mogelijke opties" op pagina 3.
Een slechte afvoerleiding kan leiden tot waterlekken en natte
meubels.
■
Installeer de binnen- en buitenunits, het netsnoer en de
verbindingsdraad op minstens 1 meter van televisietoestellen of
radio's om beeldstoringen of ruis te voorkomen.
(Afhankelijk van de radiogolven volsaat een afstand van 1 meter
soms niet om ruis te voorkomen.)
■
Spoel de buitenunit niet af. Dit kan kortsluiting of brand
veroorzaken.
■
Installeer de unit niet op een van de volgende plaatsen:
■
In de aanwezigheid van dampen van mineraalolie, oliespray
of dampen, zoals bijvoorbeeld in een keuken.
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan verminderen en
ze kunnen uit het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
■
Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen worden
geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde delen kan
leiden tot koelmiddellekken.
■
In de aanwezigheid van apparatuur die elektromagnetische
golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem
storen, zodat het toestel slecht zou werken.
■
In de aanwezigheid van mogelijke lekken van ontvlambare
gassen, van koolstofvezels of ontbrandbaar stof in de lucht of
waar wordt gewerkt met vluchtige ontvlambare stoffen, zoals
thinner of benzine.
Dergelijke gassen kunnen brand veroorzaken.
■
Waar de lucht een hoog zoutgehalte bevat zoals in de buurt
van de kust.
■
Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
■
In voertuigen of schepen.
■
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
■
Laat geen kind op de buitenunit klimmen en zet niets op de unit.
Als iets of iemand eraf valt, kan dit letsel veroorzaken.
1D_IM_4PW54244-1.book Page 2 Friday, October 30, 2009 8:20 AM