RRHQ+RRLQ006~008BAV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW54244-1
Montagehandleiding
9
Werkwijze
1
Strip de isolatie van de draad (20 mm).
2
Sluit de aansluitdraden tussen de binnen- en de buitenunits zo
aan dat de nummers van de klemmen overeenstemmen (zie
het bedradingsschema hierna). Draai de klemschroeven goed
vast. Draai de schroeven bij voorkeur vast met een platte
schroevendraaier.
Zie ook voorzichtig 2 in "Belangrijke opmerkingen" op pagina 9
voor richtlijnen voor de bedrading.
3
Installatie van de aardingsklem
■
Ga als volgt te werk om éénaderige draden te installeren.
■
Ga als volgt te werk wanneer u ronde krimpklemmen
gebruikt.
4
Trek aan de aangesloten draad en controleer of hij niet loskomt.
Maak dan de draden vast in de draadklem. Zie ook "Belangrijke
opmerkingen" op pagina 9.
Belangrijke opmerkingen
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar de
voedingsklemmenstrook.
■
Gebruik het opgegeven draadtype en sluit ze goed aan (A).
■
Maak de draadklem goed vast zodat de uiteinden van de draden
niet worden belast door een externe oorzaak (B).
■
Leid de draden zo dat het servicedeksel en het afsluiterdeksel
goed passen (C).
1
Verbinding tussen binnenunit en buitenunit: wanneer de
bedradingslengte meer dan 10 m bedraagt, gebruikt u
Ø2,5 mm draden in plaats van Ø1,5 mm draden.
2
Voedingskabel (zie het naamplaatje van de unit voor de
maximale bedrijfsstroom)
3
Aarding
4
Veiligheidsonderbreker
5
Aardlekschakelaar
WAARSCHUWING
Deze unit moet worden geaard.
Volg voor de aarding de van toepassing zijnde
plaatselijke norm voor elektrische installaties.
1
Eénaderige draad
2
Schroef
3
Platte vulring
1
Ronde krimpklem
2
Schroef
3
Platte vulring
1
2
3
1 2 3
L N
H05VV
2
1
4
5
3
50 Hz
230 V
1 2 3
1 2 3
A'
A
AA'
2
3
1
1
3
3
2
1
B
2
3
1
B
1
Onderlinge verbinding
2
Voedingskabel
3
Voedingskabel bodemplaatverwarming
4
Kabelbinder
VOORZICHTIG
1.
In geval u om een bepaalde reden toch gevlochten
geleiders moet gebruiken, moet u ronde krimp-
klemmen op het uiteinde aanbrengen.
Breng de ronde krimpklem aan op de draad tot aan
het afgedekte deel en bevestig de klem met het
gepaste gereedschap.
2.
Wanneer u de aansluitdraden aansluit op het
klemmenbord met een éénaderige draad, moet u de
draad rond de klem draaien.
Wanneer de aansluitingen slecht zijn uitgevoerd, kan
er verhitting of brand ontstaan.
Strip de draad aan de klemmenstrook:
L
N
1
2
3
C
A
1
2
4
4
3
B
2
1
1
Gevlochten geleider
2
Ronde krimpklem
1
Strip de draad tot op dit punt
2
Wanneer u de draad te ver stript, kan dit
elektrische schokken of lekkage veroorzaken.
1D_IM_4PW54244-1.book Page 9 Friday, October 30, 2009 8:20 AM