
RODIA
®
130/164/300
NL
11
binatie met de droogboorset en kan de Rodia
130 ook voor droogboren in lichtere bouwma-
terialen worden gebruikt.
De vacuümpomp is bestemd voor het beves-
tigen van de boorstandaard Compact en
Large. De pomp is alleen ontworpen voor het
aanzuigen van lucht en niet van andere gas-
sen of vloeistoffen.
De gebruiker is aansprakelijk voor defecten bij
gebruik dat niet volgens de bestemming is.
vooR de INGeBRuIk
NemING
Controleer bij boorgaten waarbij
wanden of vloeren worden door-
boord altijd de naburige ruimten op
obstakels en sluit de werkomgeving
af. Zorg ervoor dat de boorkern niet
kan vallen.
Let op de netspanning:
De spanning
van het stopkontakt moet met die op het type-
plaatje van de machine overeenkomen.
INGeBRuIkNemING
Functietest PRCD-veiligheidsschake-
laar 4
WAARSCHUWING: Ter voorkoming
van onbedoeld inschakelen van de
machine moet voor het uitvoeren van
de functietest van de PRCD-veilig-
heidsschakelaar 4 de aan/uit-scha-
kelaar 2 uitgeschakeld zijn.
Controleer voor het begin van de werkzaam-
heden de juiste werking van de PRCD veilig-
heidsschakelaar:
•
Druk op de knop «ON» van de PRCD-
veiligheidsschakelaar. Het rode controle-
lampje geeft aan dat de veiligheidsschake-
laar standby is.
•
Druk op de knop «TEST». Het controle-
lampje moet uit gaan.
Toerentalbereik instellen
VOORZICHTIG: Bedien de toerental-
schakelaar alleen wanneer de
machine stilstaat.
Met de toerentalschakelaar kunt u drie toeren-
talbereiken vooraf instellen.
Stand •:
laag toerental
Stand ••:
gemiddeld toerental
Stand •••: hoog toerental
In- en uitschakelen
Inschakelen:
druk de aan/uit-schakelaar
2
(stand 1) in.
Uitschakelen:
druk de aan/uit-schakelaar
2
(stand 0) in.
WAARSCHUWING: Gebruik de
Rodia 130-H/-P alleen in combina-
tie met een boorstandaard als er in
Stand 1 (laag toerental) wordt
geboord.
Beveiliging tegen overbelasting
De LED
1
geeft de motorbelasting aan. Daar-
bij worden de volgende toestanden onder-
scheiden:
Blauw: onbelast lopen
Groen: normale boorbelasting
Rood: overbelasting
Bij te sterke overbelasting wordt ter waarschu-
wing het toerental van de motor elektronisch 6
keer verlaagd. De machine wordt automatisch
uitgeschakeld maar kan daarna direct weer
ingeschakeld worden.
Water aansluiten
•
Sluit de waterkraan
7
.
•
Sluit de watertoevoerslang aan op de
waterkraan of op het waterdrukreservoir.
•
Wanneer het waterdrukreservoir wordt
gebruikt, dient erop te worden gelet dat
met voldoende druk wordt gewerkt.
•
Waterstroom indicator
3
controleren.