Aanwijzingen voor veilig rijden
4. ALGEMENE RIJTIPS:
5. DE MEEST GESCHIKTE RIJOMGEVING:
• Zet het voertuig altijd op een vlakke ondergrond.
• Beweeg de regelaars altijd langzaam en met gevoel.
• Houd het voertuig altijd in het oog en kijk niet naar de afstandsbediening!
• Als het voertuig afremt, trekt u de snelheidsregelaar nog iets in. De eerste keren dat u rijdt,
bent u wellicht geneigd de regelaar van het voertuig te bruusk te bedienen.
• Als u een bocht wilt rijden, is het vaak al genoeg om de besturing heel licht in de betreffende
richting te draaien.
• Beginners kunnen het beste eerst proberen de snelheid en besturing in de vingers te krijgen.
Rijd in het begin niet te hard met het voertuig; het is veel belangrijker om door voorzichtig
bewegen van de regelaar een constante snelheid aan te kunnen houden.
De plaats waar u met het voertuig wilt rijden, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1.
Het moet een plaats zijn waar zoveel mogelijk vrije ruimte is, zonder storende hindernissen.
2.
Zorg altijd bij het starten dat er geen mensen of dieren in de onmiddellijke nabijheid zijn.
3.
Houd het voertuig steeds in de gaten, zodat dit niet tegen uzelf, andere mensen of dieren rijdt
en die verwondt.
Laat na een crash altijd de snelheidsregelaar onmiddellijk los, om beschadiging van de elektronica te voorkomen.
Nederlands
Serviceaanwijzing
Op www.revell-control.de vindt u bestelmogelijkheden en vervangingstips voor reserveonderdelen,
alsmede andere nuttige informatie over alle modellen van Revell Control.
www.revell-control.de
Problemen oplossen:
Oorzaak:
• De accukabel is niet aangesloten.
• De accu is te zwak of leeg.
Oplossing:
• Sluit de accukabel aan.
• Laad de accu op (zie gedeelte
“Opladen van de voertuigaccu”).
Probleem:
De wielen draaien niet.
Oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar staat op “OFF”.
•
De batterijen zijn onjuist geplaatst.
•
De batterijen hebben niet voldoende energie meer.
(alleen het linker controlelampje brandt/er klinkt een
waarschuwingssignaal)
Oplossing:
• Herhaal de inschakelprocedure zoals beschreven.
•
Controleer of de batterijen goed geplaatst zijn.
•
Plaats nieuwe batterijen.
Probleem:
Radiografi sche afstandsbediening
werkt niet.
g
g
Oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar van de radiografi sche
afstandsbediening staat op “OFF”.
• De accukabel is niet aangesloten.
Oplossing:
• Zet de schakelaar van de radiografi sche
afstandsbediening op “ON”.
•
Sluit de accukabel aan.
Probleem:
Het voertuig kan niet bestuurd
worden met de radiografi sche
afstandsbediening.
Oorzaak:
• De accu van het voertuig is te zwak.
Oplossing:
• Laad de accu op (zie gedeelte “Opladen van de
voertuigaccu”).
Probleem:
Het voertuig verliest zonder
duidelijke reden tijdens het rijden
snelheid en blijft staan.
Oorzaak:
• De omkeerschakelaar voor de besturing is verzet.
Oplossing:
• Zet de omkeerschakelaar voor de besturing weer
in de basisstand.
Probleem:
De bediening van het voertuig is
precies tegengesteld.
Meer tips en trucs kunt u vinden op internet onder
www.revell-control.de
.
19