8. Opstelling
Houd bij de keuze van de opstellingsplaats rekening met de ruimtelijke omstandigheden, zoals
de positie van de dichtstbijzijnde contactdoos etc.
Let bij het plaatsen van het apparaat ook op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof,
hitte, kou en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of
motoren in de nabijheid van het apparaat bevinden.
Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en gebruik geen extra
schroeven. Hierdoor wordt het apparaat beschadigd.
Zorg dat het apparaat stabiel wordt geplaatst aangezien omlaag vallende apparatuur
ongelukken kan veroorzaken.
Door toepassing van diverse laksoorten en polijstmiddelen bij meubilair kan niet
worden uitgesloten dat de poten van het apparaat als gevolg van een chemische
reactie zichtbare sporen op meubilair kunnen achterlaten. Het apparaat dient daarom
niet zonder geschikte bescherming op kostbare meubeloppervlakken te worden
geplaatst.
•
Zet het apparaat op een effen en stabiel oppervlak.
•
Trek de antenne volledig uit en stel deze verticaal af.
•
Als na de aansluiting en de ingebruikname de ontvangst niet goed genoeg is, verander dan
de richting van de antenne of verander de opstelplaats van het apparaat om een zo goed
mogelijke ontvangst te bereiken.
63