109
b) Praktische uitvoering van de rugvlucht
Voordat u de eerste kunstvluchtpoging met uw modelhelikopter uitvoert, strekt het tot de aanbeveling om de in de
tabel voorgestelde waarden voor de invalshoeken van de bladen te controleren resp. bij te stellen. In een speciaalzaak
vindt u veel verschillende toebehoren en hulpmiddelen om de invalshoek van de rotorbladen precies te meten. Om
deze hulpmiddelen werd al ingegaan in hoofdstuk 8. e).
Controleer vóór de eerste rugvlucht de plaatsing van de ontvanger-antennedraad. Deze mag in geen
geval zo los zitten, dat hij van de helikopter loskomt, en in de rotor komt!
Nadat de vliegaccu opgeladen is, laat u uw helikopter tot een minimale hoogte opstijgen. De vlieghoogte moet hoog
genoeg zijn om de helikopter in geval van een probleem nog te kunnen opvangen. Deze mag echter ook niet te hoog
zijn, omdat de vluchtsituatie van de helikopter anders slecht herkenbaar is.
Bedien nu de tuimelschakelaar voor de rugvlucht en controleer eerst het gedrag van de helikopter onder normale
vluchtomstandigheden. Door het hogere toerental van de rotorkop zal het model nu aanzienlijk sneller reageren.
Zodra u gewend geraakt bent aan het gewijzigde vlieggedrag, kunt u nu uw helikopter in rugvlucht laten vliegen door
een halve rol of een halve looping uit te voeren. Door de stuurknuppel voor de gas-/pitchfunctie met gevoel terug te
trekken kan de helikopter nu in de rugzweefvlucht gehouden worden.
Opgelet!
Zelfs wanneer het staartstuk van het model in uw richting wijst, reageren de duik- en pitchfunctie nu
tegengesteld aan de gebruikelijke stuurrichting.
Afhankelijk van de vliegstand waarin de modelhelikopter zich op dat moment bevindt, veranderen de
reacties van het model op de betreffende besturingscommando's van de zender.
Juist deze continu wisselende reactierichtingen maken de kunstvlucht met een modelhelikopter zo
moeilijk, maar ook zo fascinerend.
Содержание 20 70 11
Страница 114: ...114 ...
Страница 115: ...115 ...