74
10. Instelmogelijkheden bij het voertuig
Als u vertrouwd bent met de rijeigenschappen van het modelvoertuig, kunt u het rijgedrag van het voertuig optimaliseren.
De nadere toelichting van het verband tussen de setup-instellingen van het chassis en het rijgedrag is evenwel zeer
complex en zou het kader van deze handleiding te buiten gaan. Wij zullen daarom hier enkel de instelmogelijkheden
toelichten die ter beschikking staan.
Gelieve voor verdere informatie de bijbehorende vaktijdschriften en vakboeken over dit thema te raadplegen.
a) Vooras
Afb. 5
Met een zeskant sleutel kunnen zowel de wielvlucht als het voor-/achterspoor worden ingesteld. Naargelang de gebruikte
velgen kan het verdraaien doorheen openingen in de velg gebeuren resp. moet u voordien de velgen afschroeven.
Het veranderen van voor- en achterspoor gebeurt door het gelijktijdig verdraaien van beide schroeven (3, 4) in dezelfde
richting; de instelling van de wielvlucht door het in tegengestelde zin verdraaien van beide schroeven.
De schokdempers van het voertuig kunnen zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde in verschillende standen
worden gemonteerd (5, 6). Voor de begrenzing van de veerweg van de schokdempers kunnen geschikte clipsen
worden gebruikt.