109
NEDERL
ANDS
■
Oplossen van problemen
Als uw airconditioner niet goed werkt, moet u eerst de volgende punten controleren voor u om service of reparatie verzoekt. Als
het toestel dan nog niet goed werkt, kunt u contact opnemen met uw dealer of een service-centrum.
Binnenunit
●
Symptoom
Oorzaak
Geruis
Er klinkt een geluid alsof er water
stroomt in of na gebruik
Er klinkt een geluid alsof er koelmiddel stroomt binnenin de unit
●
Er klinkt een geluid van stromend water door de afvoerpijp
●
Er klinkt een krakend geluid tijdens
gebruik of bij het stoppen.
Er klinkt een krakend geluid vanwege temperatuurwisselingen in en
tussen onderdelen
Geur
In gebruik kunt u de uitgestoten lucht
ruiken.
Geurcomponenten, zoals sigarettenrook of cosmetica, hopen zich op in
de airconditioner en geven hun geur af aan de uitgestoten lucht.
Het binnenwerk van de unit is stoffig. Raadpleeg uw dealer.
Condens
In gebruik hoopt condens zich op bij
de luchtuitlaat
Vocht in de lucht condenseert wanneer de lucht gekoeld wordt.
Mist
Bij gebruik in de koelstand ontstaat
er mist.
(Plekken waar olie in de lucht
verstoven is, bijvoorbeeld in
restaurants.)
Reiniging is nodig omdat het binnenwerk van de unit
●
(warmtewisselaar) vuil is. Raadpleeg uw dealer, want dit vereist
elektrotechnische werkzaamheden.
Bij het ontdooien
●
De ventilator draait nog een poosje door ook al is
het gebruik van het toestel gestopt.
Het draaien van de ventilator zorgt ervoor dat het toestel soepel kan
●
werken.
Soms draait de ventilator omdat de warmtewisselaar volgens de
●
instellingen gedroogd moet worden.
De windrichting verandert in gebruik.
De windrichting kan niet worden ingesteld.
De windrichting kan niet worden veranderd.
Wanneer de temperatuur van de uitgestoten lucht laag is, of bij het
●
ontdooien, wordt de horizontale luchtstroom automatisch ingesteld.
Wanneer de unit langere tijd wordt gebruikt met een bepaalde
●
windrichting, zal de windrichting automatisch worden geregeld en zal
de flappositie van tijd tot tijd worden gewijzigd.
Soms wordt de flappositie individueel ingesteld. Wanneer de
●
ventilator draait, kan er uit 4 standen gekozen worden voor de vaste
windrichting. Alhoewel er 5 standen zijn aangegeven op het display
van de afstandsbediening, is de windrichting voor de 3
e
en 4
e
stand
voor horizontale luchtstroom functioneel hetzelfde. (Alleen type Y2).
Wanneer de windrichting wordt veranderd, zal de
flap een paar keer bewegen en dan stoppen op de
ingestelde positie.
Wanneer de windrichting wordt veranderd, beweegt de flap na het
zoeken naar de standaardpositie.
Stof
Binnenin de binnenunit opgehoopt stof wordt uitgestoten.
Buitenunit
●
Symptoom
Oorzaak
Het toestel
doet het niet
Onmiddellijk wanneer de stroom
wordt ingeschakeld.
De eerste 3 minuten (ongeveer) zal het toestel niet lijken te werken
omdat de beveiliging van de compressor in werking is.
Wanneer het toestel is gestopt en
direct weer wordt opgestart.
Geruis
Er treedt vaak geruis op in de
verwarmingsstand.
Bij het ontdooien
Stoom
Er treedt vaak stoomvorming op in de
verwarmingsstand.
Bij stoppen via de afstandsbediening, blijft de
ventilator van de buitenunit soms nog een poosje
draaien, ook al is de buitencompressor gestopt.
Het draaien van de ventilator zorgt ervoor dat het toestel soepel kan
werken.
Pana̲indoor̲F615696̲All.indb Sec1:109
Pana̲indoor̲F615696̲All.indb Sec1:109
2013/02/08 11:00:20
2013/02/08 11:00:20