NEDERLANDS
6
VOORBEREIDINGEN
VOOR INBEDRIJFSTELLING
Apparaat zo dicht mogelijk bij schoorsteen van het pand
plaatsen. Stalen afvoerpijp tussen verwarming en schoor-
steen monteren. Deze verbindingspijp dient in een hoek
van ten minste 10 graden in de richting van de stroom
verbrandingsgassen te worden gemonteerd. De diarneter
van deze verbindingspijp dient afgestemd te zijn op de
lengte ervan, zodat voldoende onderdruk voor een goede
verbranding gegarandeerd kan worden. Een onrustige
verbranding toont aan, dat er niet voldoende onderdruk
aanwezig is. Het apparaat moet via een geaard stopcon-
tact met behulp van zekeringen van 10 A op het elektri-
sche net aangesloten worden.
IN BEDRIJFSTELLING
Olietank vullen rnet zuivere huisbrandolie.
Schakelaar (1) op stand “ " zetten en kamerthermostaat
(2) op maximum zetten.
Nadat de verbrandingskamer automatisch voorgespoeld
is, slaat de brander aan.
Daarna kamerthermostaat op de gewenste temperatuur
instellen.
BUITENBEDRIJFSTELLING
Schakelaar (1) op stand zetten. Na een automatische
afkoelingsfase slaat het apparaat af. Trek nooit de steker
uit het stopcontact voordat de automatische afkoelings-
fase voltooid is.
Om de ventilator in te schakelen, schakelaar (1) op stand
zetten. Aanzuiging: ten minste 0,5 m voor een vrije
luchttoevoer.
ONDERHOUD
Oliefilter regelmatig controleren, reinigen resp. vervangen.
Verbrandingskamer en warmtewisselaar eens per jaar rei-
nigen. Brander en olietank verwijderen. Onderste
ombouwdelen (voor en achter) verwijderen evenals beide
reinigings deksels. Met borstel en stofzuiger reinigen.
Onderhoud brander: laat dit uitsluitend door een erkend
vakman doen. Onderhoud ventilator en motor: eens per
jaar grondig stofvrij maken.
BELANGRIJK
Dit type apparaten mag alleen in ruimten gebruikt wor-
den, waar geen explosieve gassen of dampen voorkomen
en waar geen explosie-gevaarlijke stof-lucht-mengsels
kunnen ontstaan. Het apparaat moet stabiel op een niet
brandbare ondergrond worden geplaatst.
De verbrandingsgassen dienen naar buiten afgevoerd te
worden. Indien het apparaat in een gesloten ruimte wordt
opgesteld, dient voor voldoende ventilatie te worden
gezorgd.
Veiligheidshalve aan te houden afstanden:
Naar boven: ten minste 1,5 m ten opzichte van brandwe-
rend plafond.
Naar boven: ten minste 3,0 m bij gebruik zonder schoor-
steen.
Opzij: ten minste 0,6 m ten opzichte van brandbare
objecten.
Blaaswarmte: ten minste 3,0 m ten opzichte van brand-
bare objecten.
Aanzuiging: ten minste 0,5 m voor een vrije luchttoevoer.
Содержание BF 30E
Страница 12: ...12 10 220 240 50 10 1 2 2 1 1 1 5 k...