10
NL
NEDERLANDS
VOORWOORD
Deze gebruiksaanwijzing moet het de gebrui-
ker gemakkelijk maken het apparaat te leren
kennen en voor de juiste doeleinden toe te
passen.
De gebruiksaanwijzing geeft belangerijke in-
formatie voor een veilig, juist en verstandelijk
gebruik van het apparaat.
Uw opmerkzaamheid helpt gevaren te vermij-
den, reparatiekosten en uitval te beperken en
de betrouwbaarheid en levensduur van het
apparaat te verhogen.
De gebruiksaanwijzing moet altijd in de buurt
van het apparaat en de gebruiker zijn.
Naast de gebruiksaanwijzing en in het land
van gebruik en inzetplaats geldende veilig-
heidsvoorschriften moeten ook de erkende
regels voor veilgig en vakkundig werken in acht
worden genomen.
JUIST GEBRUIK
- De handaangedreven transportmiddelen zijn
voorzien van een overdrukventiel waardoor
overbelasting wordt vermeden.
- De vloer waarop het transportmiddel inge-
zet wordt moet slipvast, vlak en egaal zijn.
- Indien de vloer een helling van ca. 5% heeft
moet het transportmiddel voorzien zijn van
een parkeerrem.
- Om veilig met het transportmiddel te kun-
nen werken moet de omgevingsbelichting
minimaal 50 lux bedragen
- De op het transpormiddel aangegeven ca-
paciteit (W.L.L.) is de maximale last welke
niet overschreden mag worden.
- Het apparataat is voor het transporteren van
Pallets (EUR) wegwerppallets, gaasboxen,
containers of gelijksoortige kisten ontworpen.
- Het beladen en transporteren van de last
moet uitsluitend op bijde vorken plaatsvin-
den (fig. 1 - 3).
- De last niet continue in heffende positie
laten staan.
- Het apparaat kan binnen een temperatuur-
gebied van -10
°
C en +50
°
C worden inge-
zet. Bij extreme omstandigheden dien de
fabriek te worden geraadpleegd.
- Het draaibereik van de stuurwielen bedra-
gen ongeveer 97
°
naar bijde kanten.
- Voordat men de last gaat tranporteren moet
men zich ervan bewust zijn dat de last goed
op bijde lepels staat dat deze niet kan
kiepen en dat er zich geen personen in de
nabijheid bevinden.
- Het transportmiddel mag alleen door vak-
kundig en aangesteld personeel gebruikt
worden.
- Alle belangerijke informatie staat op de type-
plaat. Deze bevindt zich aan de voorzijde
(zie fig. 4).
- Indien de Pallettruck op een vrachtwagen
wordt ingezet, moet deze tijdens het vervoer
worden vastgezet.
- De voorschriften voor voorkoming van onge-
vallen ofwel veiligheidsvoorschriften dienen
ten alle tijden in acht te worden genomen.
- Naast het gebruik van de gebruiksvoorschrif-
ten dient men ook de inspektie en onder-
houdsvoorschriften na te komen.
- Bij eventuele storingen dient men het
apparaat uit bedrijf te nemen.
ONJUIST GEBRUIK
- De capaciteit (W.L.L.) mag niet
overschreden worden.
- Het plaatsen van handen en voeten onder
een geheven vorkenbord is verboden.
- Het gebruik van een Handpallettruck voor
transport van personen is niet toegestaan.
- De vorken niet eenzijdig belasten.
- De pallettruck mag niet als krik worden
ingezet.
- In onvoldoende verlichte vertrekken mag de
Handpallettruck niet gebruikt worden.
- Het is verboden Handpallettrucks zonder
rem te gebruiken op oneffen paden.
- De palletvorken mogen niet als hefboom
worden gebruik.
- De handpallettruck mag niet worden inge-
zet bij direktkontakt met levensmiddelen.
Pas op:
Geldt niet voor RVS uitvoering.
- De dissel mag niet in rechte positie gedraaid
worden om de last te laten remmen.
- De handpallettruck mag niet in explosie
gevaarlijke ruimtes worden ingezet.
MONTEREN VAN DE STUURDISSEL
De stuurdissel (fig. 5) op het bevestigingsblok
van de hydrauliek plaatsen. Hierbij moet de
ketting door de onderliggende as worden
gevoerd. De stuurdissel met de bijbehorende
inbusbouten vastzetten.
Hierna de bedieningshendel in de stand
zakken zetten en de ketting achter de aanslag
hangen.
INSTELLING VAN DE
BEDIENINGSHENDEL (FIG. 6)
Een lege pallettruck door het heen en weer
halen van de stuurdissel in bovenste positie
brengen. Hierbij staat de bedieningshendel in
pos. 1 (fig. 7). Daarna de bedieningshendel
in pos. 3 zetten (neutraal).
De kontramoer losdraaien en met een inbus-
sleutel de inbusstift zover indraaien totdat de
lepels gaan zakken.
Hierna de inbusstift 1,5 slagen terug zetten
en de kontramoer weer vast zetten.
Pas op:
De daalbeweging moet in elke stand
van de stuurdissel blijven werken.
INGEBRUIKNAME
Opbouw van de handpalletwagen
(fig. 10)
CONTROLE VOOR HET EERSTE
GEBRUIK
Voor de eerste ingebruikstelling dient de
Pallettruck een inspektie door een vakkundig
persoon te ondergaan.
De inspektie is zowel visueel als fuctioneel.
De Pallettruck moet getest worden op heffen
dalen en rijden met een kleine last.
Als vakkundig persoon kan bijvoorbeeld een
onderhoudsmonteur van de fabrikant of
leverancier worden aangesteld.
De ondernemer kan echter ook eigen
personeel, welke een vakkundige opleiding
hebben genoten, aanstellen om de inspectie
uit te voeren. De inspecties dienen door de
gebruiker verzorgd te worden.
CONTROLE VOOR AANVANG
Voor ieder werk is het belangerijk dat het
apparaat op eventuele gebreken gecontroleerd
wordt. Men moet het heffen, dalen en rijden
beproeven d.m.v. een kleine last.
Controle van de rem (indien aanwezig)
Pallettrucks die uitgevoerd zijn met een rem
moeten voor gebruik beproefd worden.
Indien men de hendel van de rem aantrek mag
de Pallettruck bij trekken of duwen aan de
stuurdissel niet bewegen.
Controle van het vorkenbord
Het vorkenbord moet regelmatig op schade
vervorming slijtage en corrosie worden
gecontroleerd.
Controle stuurdissel
De stuurdissel moet regelmatig op schade
vervorming slijtage en corrosie worden
gecontroleerd.
Ook alle bouten en instellingen moet men
regelmatig nakijken (deze mogen niet los
zitten).
Controle oliestand
Elke 6 maanden moet men de oliestand
controleren (30 Cst bij 40 graden C. Totale
inhoud 0,3 ltr.). Bij temperaturen rond de o
graden adviseren wij RSL 22.
Men moet het vorkenbord in de laagste stand
laten zakken. De tankschroef (fig.8) met
koperplaatje losschroeven, de olie tot aan de
rand van de tankschroef vullen.