9 NL
SOORTEN STORING / FOUTEN IN HET LASWERK - OORZAKEN - OPLOSSINGEN
NL
12.0
SOORTEN STORING / FOUTEN IN HET LAS-
WERK - OORZAKEN - OPLOSSINGEN
SOORT STORING -
FOUTEN IN HET LASWERK
MOGELIJKE OORZAKEN
CONTROLE EN OPLOSSINGEN
De generator last niet: het digitale instrument is niet
verlicht.
A) De hoofdschakelaar staat op "uit".
B) Onderbreking in de voedingskabel (één of
meerdere fasen ontbreken).
C) Anders
A) Zet de hoofdschakelaar op "aan".
B) Controleren en verhelpen.
C) Contact opnemen met Klantenservice voor een
controle.
Tijdens het lassen onverwachte onderbreking van
de uitgangsstroom, doven van groene lampje en
branden van geel waarschuwingslampje.
Er is een te hoge temperatuur geconstateerd,
met ingrijpen van de thermische beveiliging
(Zie bedrijfscycli).
Laat de generator werken en wacht tot hij afkoelt
(10-15 minuten); dan wordt de beveiliging gereset en
gaat het gele lampje uit.
De generator last niet: de groene led blijft ook bran-
den als er geen belasting is.
Probleem in het circuit van de generator.
Contact opnemen met Klantenservice voor een con-
trole.
Te laag lasvermogen.
Verkeerd aangesloten uitgangskabels.
Er ontbreekt een fase.
Controleer de goede staat van de kabels, de ges-
chiktheid van de massatang en of deze aangebracht
is op een roest-, verf- en vetvrij te lassen deel.
Overdreven gesproei.
Lasboog te lang.
Lasstroom te hoog.
Polariteit lasbrander verkeerd.
De ingestelde stroomwaarde verlagen.
Kraters.
Snel verwijderen van elektrode bij loslaten.
Insluitingen.
Slechte reiniging of verdeling van de lagen. Beweging van elektrode verkeerd.
Onvoldoende penetratie.
Voortbewegingssnelheid te hoog. Lasstroom te laag.
Gebrek aan smelting.
Lasboog te kort.
Stroomwaarde te laag.
De ingestelde stroomwaarde verhogen.
Luchtbellen en poreusheid.
Elektroden vochtig. Boog te lang. Polariteit lasbrander verkeerd.
Barsten.
Stroomwaarden te hoog. Materiaal vervuild.
Bij TIG-laswerk smelt de elektrode.
Polariteit lasbrander verkeerd. Gebruikte gassoort niet geschikt.