![Jansen TBDJ001-0500X Series Скачать руководство пользователя страница 58](http://html.mh-extra.com/html/jansen/tbdj001-0500x-series/tbdj001-0500x-series_installation-manual_634162058.webp)
33
Opvoerband buiten put:
veiligheidsschakelaar op
retourunit
4.3 Als van toepassing: veiligheidsset monteren
Monteer de veiligheidsset (ZMMT014762-853). Zie
Figuur 4.3
.
LET OP!
De veiligheidsset is standaard bij een mestopvoerband en langs het opvoerdeel van de knikband.
Optie: bij een horizontale band. Monteer altijd de veiligheidsset als de horizontale band makkelijk
bereikbaar is of als er een werkplek vlakbij is.
Figuur 4.3, Veiligheidsset
1. Montageplaat trekkoordschakelaar
2. Trekkoordschakelaar
3. Katrollen
4. Oogbouten
5. Veer
6. Noodstopkabel
7. Oogbout in laatste poot
1. Monteer aan beide zijden van de aandrijving een katrol.
2. Monteer met behulp van de montageplaat de trekkoordschakelaar waar nodig. (Bij een opvoerband buiten
de put wordt de veiligheidsschakelaar op de retourunit gemonteerd.)
LET OP!
Bij plaatsing in de put: monteer de trekkoordschakelaar altijd op een positie waar deze eenvoudig
gereset kan worden. Dus: buiten de mestput en op bereikbare hoogte.
LET OP!
Bij plaatsing buiten de put: monteer het trekkoord langs de gehele lengte van de band, zodat
overal de noodstop geactiveerd kan worden.
3. Monteer de oogbouten (waar nodig) op de zijplanksteunen. (Bij elke middensectie worden twee oogbouten
meegeleverd.)
a.
Knikband
: plaats één oogbout in de zijplanksteun direct voor en één direct na de knik.
b.
Horizontale band en knikband:
boor een gat en plaats een oogbout in de laatste poot bij de
aandrijfzijde.
34
4. Monteer de veer aan een oogbout aan de lange zijde waar de trekkoordschakelaar niet wordt geplaatst.
(De veer komt dus tegenover de trekkoordschakelaar, zie
Figuur 4.3
.)
5. Rijg de noodstopkabel door de oogbouten en de katrollen.
6. Monteer de noodstopkabel aan de trekkoordschakelaar.
7. Monteer de noodstopkabel aan de veer.
8. Span de noodstopkabel.
LET OP!
Stel de trekkoordschakelaar pas af als de mestband staat opgesteld en is aangesloten. Zie de
gebruikershandleiding.
35
5 Opties
5.1 Muursteun of ophanging (horizontale band)
5.1.1
Muursteun (horizontale band)
Figuur 5.1, Muursteun
1. Montageprofiel
2. Draagrol
Monteer de muursteun (ZMMT014762-849). Zie
Figuur
5.1
1. Monteer alle montageprofielen waterpas en op
gelijke hoogte aan de betonwand. (Gebruik
indien nodig vulplaatjes.)
a. Teken de gaten in de montageprofielen
over op de betonwand.
b. Boor de afgetekende gaten op naar 12
mm.
c. Monteer de montageprofielen.
2. Monteer de overige onderdelen van de
muursteun aan de montageprofielen.
3. Monteer de mestafvoerband op de juiste
afstand van de muur op de muursteunen. Zie
Figuur 5.2
.
LET OP!
Voor de afstand tussen de zijkant van
de put en het hart van de mestafvoerband
(afstand A,
Figuur 5.2
), zie het opstellingsplan.
Gebruik de juiste gaten (
Figuur 5.2
) om de
muursteun op de goede afstand af te stellen.
Figuur 5.2, Afstand tussen zijkant put en hart van
mestafvoerband
LET OP!
Plaats, i.v.m. vrijlopen van de band bij
elke muursteun een draagrol onder het
dichtstbijzijnde trogstel aan de kant van de
aandrijving.
LET OP!
Maximale hartafstand van
muurbeugels is 5 m.
LET OP!
De sterkte van het geheel is
afhankelijk van de betonwand.
36
5.1.2
Ophanging in mestloods (opvoerband)
Monteer de ophanging (ZMMT014762-858) naar eigen inzicht. Gebruik deze module voor ophanging in de
mestopslag. Zie
Figuur 5.3
. Deze module bevat materiaal voor twee ophangpunten. De maximale afstand tussen
beide punten is 5 meter. Als de afstand langer is, gebruik dan de ophanging uit paragraaf
5.1.3
.
1. Maak met de hoeklijnen twee ophangpunten. Dit kan aan de muur en aan een gording of aan twee
gordingen. Zie de montagetekening.
2. Bevestig de mestafvoerband aan beide kanten aan beide ophangpunten.
3. Verstevig elk ophangpunt met schoren.
LET OP!
Plaats, i.v.m. vrijlopen van de band een draagrol onder het trogstel dat het dichtst bij de muur is,
aan de kant van de aandrijving.
Figuur 5.3, Ophanging in mestloods
1. Bevestigingspunt aan muur
2. Hoeklijn
3. Ophangpunt op een gording
4. Ophangpunt tussen gordingen
5. Draagrol
6. Schoor bij ophangpunt op een gording
7. Schoor bij ophangpunt tussen gordingen
5.1.3
Aanvullend ophangpunt aan houten of stalen gordingen
Monteer de ophanging (ZMMT014762-857). Gebruik deze ophanging
aanvullend bij alle mestafvoerbanden om afstanden van meer dan 5
meter tussen twee bevestigingspunten te overbruggen. Combineer deze
module altijd met een vast bevestigingspunt. Zie
Figuur 5.4
.
1. Bevestig de ophangplaten ter hoogte van een trogstel aan de
mestafvoerband.
2. Bevestig de kettingen en kettingspanners aan de gordingen, ter
hoogte van de plaats waar de ophangplaten zullen komen.
3. Til de mestafvoerband omhoog naar de juiste positie.
4. Bevestig de kettingen aan de mestafvoerband.
5. Span de ketting met de met de kettingspanners.
6. Zorg dat de mestafvoerband op het aanvullende ophangpunt
niet doorhangt ten opzichte van de overige ophangpunten.
Figuur 5.4, Ophanging aan gordingen
1. Ophangplaat
2. Ketting
3. Kettingspanner