Schroef het lichteffectenapparaat over de monta-
gebeugel op een geschikte plaats vast, b.v. met
een stabiele montageschroef of een spotlichthou-
der (C-haak) aan een traverse. Om het apparaat te
richten, draait u de beide vastzetschroeven op de
beugel los; stel de gewenste hellingshoek in en
draai de schroeven opnieuw vast.
5
Ingebruikneming
1) Om het apparaat
in te schakelen
sluit u het
meegeleverde netsnoer aan op de POWER-jack
(5) en plugt u de stekker in een stopcontact
(230 V~ / 50 Hz). In het display (3) wordt
(resetten) weergegeven, daarna gedurende
5 seconden de huidige bedrijfsmodus.
2) Trek de stekker uit het stopcontact om het appa-
raat
uit te schakelen.
Voor een makkelijker bediening is het aangeraden
het apparaat in een stopcontact te pluggen dat u
via een lichtschakelaar kan in- en uitschakelen.
Opgelet:
Het apparaat mag niet via een dimmer op
de netspanning worden aangesloten!
5.1 Display
Het display van 4 tekens wordt geactiveerd door op
een willekeurige toets – MODE (1), FUNC (2), UP/
DOWN (4) – te drukken, en toont de laatste instel-
ling (geselecteerde bedrijfsmodus of geselec-
teerde functie). Het displaybericht verdwijnt 30 se -
conden na de laatste keer drukken op de toets.
Bij het model LED-122RGB kan het
displaybe-
richt 180° worden gedraaid:
druk enkele keren op
de toets FUNC tot het displaybericht
(= nor-
male weergave) of
(= gedraaide weergave)
verschijnt. Met de toets UP of DOWN kunt u nu tus-
sen beide instellingen omschakelen.
6
Bediening zonder
besturingsapparaat
Voor de bediening zonder besturingsapparaat zijn
de drie modi G1 – G3 beschikbaar:
–
Muziekgestuurde lichtshow
De lichtshow volgt het ritme van de muziek die
via de microfoon (11) wordt opgenomen. Draai
de regelaar (10) voor de microfoongevoeligheid
open tot het lichteffectenapparaat zoals gewenst
op de muziek reageert. Bij het wijzigen van het
geluidsvolume op de muziekinstallatie moet u
ook de microfoongevoeligheid overeenkomstig
aanpassen.
–
Automatische lichtshow
–
Reset-modus (LEDʼs uit)
Druk enkele keren op de toets MODE (1) tot
,
of
op het display (3) verschijnt. Selec-
teer dan met de toets UP of DOWN (4) de
gewenste modus uit de drie mogelijkheden.
6.1 Master/ slavebediening
Meerdere apparaten van een modeltype kunnen
synchroon worden bediend. Daarbij neemt het eer-
ste apparaat (Master-apparaat) de besturing over
van de overige apparaten (Slave-apparaten). Ver-
bind de apparaten met elkaar tot een ketting. Zie
hiervoor hoofdstuk 7.1, evenwel zonder bedie-
ningsstap 1 in acht te nemen.
Stel het Master-apparaat (het eerste apparaat
van de ketting, waarvan de besturingsingang niet is
aangesloten) in op een van de drie “G”-modi
zie
boven. Stel de Slave-apparaten als volgt in op het
Slave-bedrijf: druk enkele keren op de toets MODE
(1) tot het
op het display (3) wordt weergege-
ven.
7
DMX-besturing
DMX is de afkorting van
D
igital
M
ultiple
x
, en laat de
digitale besturing van meerdere DMX-apparaten
via één gemeenschappelijke besturingsleiding toe.
Voor de bediening via een DMX-lichtregelaar
(b.v. DMX-1440 of DMX-510USB van “img Stage
Line”) beschikt het lichteffectenapparaat over 6
DMX-besturingskanalen. De functies van de kana-
len en de overeenkomstige DMX-waarden vindt u
terug in de tabel (figuur 5) op de volgende pagina.
7.1 Aansluiting
Als DMX-interface heeft het apparaat 3-polige
XLR-aansluitingen met volgende penconfiguratie:
pen 1 = massa, pen 2 = DMX-, pen 3 = DMX+
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor
hoge gegevensstromen worden gebruikt. Normale
afgeschermde microfoonkabels met een leiding-
WAARSCHUWING
Het apparaat moet deskundig en
veilig worden gemonteerd. Als
het op een plek wordt geïnstal-
leerd, waar personen onder kun-
nen komen staan, moet het extra
worden beveiligd [b.v. door een hijskabel. Steek de
hijskabel door het hijsoog (8) en bevestig hem zo
dat het apparaat niet meer dan 20 cm kan vallen].
OPGELET
Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron,
omdat dit de ogen kan beschadigen.
Weet dat stroboscoopeffecten en
zeer snelle lichtwisselingen bij foto-
sensibele mensen en epileptici epi-
leptische aanvallen kunnen veroor-
zaken!
21
B
NL