OPGELET:
Het uitlaatgas van de
warme motor kan het gras beschadigen.
Om ervoor te zorgen dat het gras niet
beschadigd raakt, moet u de motor altijd
uitzetten wanneer u de machine op het
gras stilzet.
1. Trap het rempedaal (A) volledig in totdat het
product volledig tot stilstand is gekomen.
A
2. Zet de besturingshendel in de neutrale stand. Zie
Vooruit- en achteruitrijden op pagina 100
.
inschakelen en ontkoppelen op pagina 101
.
4. Zet de gashendel in de langzame stand en laat
de motor enkele minuten stationair draaien.
5. Zet het maaidek in de transportstand. Zie
maaidek in de transportstand of maaistand
zetten op pagina 100
.
6. Draai de contactsleutel naar de stand "STOP" en
verwijder de contactsleutel uit het contact.
De gashendel gebruiken
De gashendel past het motortoerental en de
rotatiesnelheid van de bladen in het maaidek aan.
A
B
C
• Zet de gashendel in de chokestand (A) wanneer
u een koude motor start. Zie
op pagina 99
.
• Zet de gashendel in de snelle stand (B) om de
motor op volle snelheid te laten draaien. Houd
de gashendel altijd in de snelle stand wanneer u
gras maait.
• Zet de gashendel in de langzame stand (C) om
de motor stationair te laten draaien.
De koplamp gebruiken
• Zet de aan/uit-schakelaar in stand (A) om de
koplamp in te schakelen.
A
B
• Zet de aan/uit-schakelaar in stand (B) om de
koplamp uit te schakelen.
Het maaidek inschakelen en
ontkoppelen
WAARSCHUWING:
Gebruik het
maaidek alleen als er een deflector of
grasopvangbak op de grasuitworp is
gemonteerd.
Het product heeft een dodemansregeling (OPC).
Wanneer u de stoel verlaat terwijl de motor en het
maaidek zijn ingeschakeld, stopt de motor.
Blijf in het midden van de stoel zitten om ervoor te
zorgen dat de motor correct werkt en op ruig terrein
of heuvels niet stopt.
1. Selecteer de juiste maaihoogte. Zie
.
2. Beweeg de koppelingshendel van het opzetstuk.
1947 - 005 - 19.10.2022
101