Probleem
Oorzaak
Actie
Het product beweegt langzaam,
onregelmatig of helemaal niet.
Het product staat in de vrijloopmo-
dus.
Trek de vrijloophendel naar buiten.
.
De parkeerrem is ingeschakeld.
Schakel de parkeerrem uit.
De aandrijfriem zit los of is be-
schadigd.
Vervang de aandrijfriem.
Er zit lucht in de transmissie.
Verwijder de lucht uit de transmis-
.
Er zit ongewenst materiaal op de
stuurplaat (indien de stuurplaat is
aangebracht).
Reinig het product.
De rechthoekige spie op de as ont-
breekt.
Breng de rechthoekige spie aan.
na 106
.
Het maairesultaat is onvoldoende. De messen zijn bot of beschadigd. Slijp of vervang de bladen.
Het maaidek is niet parallel.
Stel de parallelliteit van het maai-
dek af. Zie
maaidek afstellen op pagina 109
.
Het gras is nat.
Zorg ervoor dat het gras droog is
voordat u gaat maaien.
Het gras is lang.
Begin met een hoge maaihoogte
en verlaag die geleidelijk.
De bandenspanning is onjuist.
Controleer de bandenspanning.
Pas de bandenspanning indien no-
dig aan.
Het product wordt bediend met
een te hoog toerental voor voor- of
achteruit.
Gebruik een lager toerental.
De aandrijfriem van het maaidek is
versleten of beschadigd.
Vervang de aandrijfriem voor het
maaidek.
De motor knalt wanneer de motor
stopt.
De gashendel staat niet in de lang-
zame stand.
100
.
De motor stopt wanneer u probeert
achteruit te rijden.
Het achteruitrijsysteem (ROS) is
niet ingeschakeld.
Schakel het achteruitrijsysteem
(ROS) in. Zie
teem (ROS) gebruiken op pagina
102
.
Vervoer, opslag en verwerking
Transport
Let op:
Sluit de motorkap en bevestig hem
aan de machine tijdens transport om schade te
voorkomen. Bevestig de motorkap met de juiste
hulpmiddelen (touw, draad, etc.) aan de machine.
Wanneer u de machine vervoert, zet u de
vrijloopregeling in de vrijloopstand om de transmissie
1947 - 005 - 19.10.2022
119