
Inleiding
De SHK8M-serie is ontworpen voor de bescherming van de
omgeving van vensters en deuren, en wordt gebruikt voor het
detecteren van gewelddadige aanvallen op het oppervlak
waarop hij is gemonteerd. De sensor is in staat om twee
verschillende soorten gewelddadige aanvallen te detecteren:
- Krachtige aanval: het apparaat stuurt een alarm voor iedere
afzonderlijke schokgebeurtenis waarvan de intensiteit het in de
fabriek ingestelde gevoeligheidsniveau voor sterke aanvallen
overstijgt.
- Herhaalde aanvallen: het apparaat stuurt een alarm als er een
bepaald aantal (controleerbare) opeenvolgende schokken
waarvan de intensiteit het in de fabriek ingestelde
gevoeligheidsniveau voor herhaalde aanvallen overstijgt, binnen
een periode van 8 seconden is gedetecteerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een draadloos
alarmsysteem dat de ALPHA- of V2GY-draadloze protocollen,
zoals Domonial, G2, Dimension, Lynx en Vista controlepanelen
ondersteunt.
De SHK8M-serie
Deze serie bestaat uit de volgende sensoren:
SHK8M: Draadloze schoksensor, wit.
SHK8M2: Bruine versie van de SHK8M.
SHKC8M: Draadloze schoksensor met een deurcontact.
Opmerking: voor deze sensor moet de ruimte tussen het contact
en de magneet minder dan 10mm zijn
SHKC8M2: Bruine versie van de SHKC8M.
Sabotageschakelaars
De SHK8M beschikt over twee sabotageschakelaars om het
openen en losrukken van het apparaat van het oppervlak
waarop hij is gemonteerd te detecteren
Zone van schokbeveiliging
De SHK8M kan schokken binnen een straal van 2,5 m
detecteren. Dit kan variëren naargelang het type
montageoppervlak. Zie Figuur 1.
De sensor registreren op het bedieningspaneel
Elke sensor in de SHK8M-serie heeft een uniek, in de fabriek
ingesteld serienummer dat op het bedieningspaneel moet
worden geregistreerd om door het systeem gebruikt te kunnen
worden. Let op dat de batterij moet worden aangebracht vóór de
registratie.
Let bij het registreren op het volgende:
1. Verwijder het deksel van de sensor. Zie Figuur 2.
2. Zet SW4 op UIT (testmodus uitgeschakeld).
3. Plaats de batterij in de meegeleverde houder. Zie Figuur 3.
4. Om te registreren moet u vanuit de unit zenden wanneer het
systeem dat vraagt, door de sabotageschakelaar te activeren
als volgt: Druk het deksel van de sabotageschakel gedurende
een aantal seconden zachtjes in en open hem vervolgens. Het
paneel piept om de registratie te bevestigen.
5. Controleer de sterkte van het signaal dat op het
bedieningspaneel wordt ontvangen (alleen Domonial, G2 en
Dimension).
Montage
1. Verwijder het deksel van de sensor. Zie Figuur 2.
2. Monteer de achterkant van de behuizing op een stevig
oppervlak met behulp van de meegeleverde schroeven via de
drie montagegaten. Zie Figuur 4. Alleen voor SHKC8M monteert
u de magneet (meegeleverd) naast de uitlijnstrip van de
montageplaat. Zie Figuur 3.
3. Plaats het deksel terug.
Opmerking: Zorg dat u de magneet niet op een metalen
SHK(C)8M(2) : Draadloze schoksensoren – Installatiegids (NEDERLANDS)
oppervlak, zoals een metalen deurkozijn, monteert.
Configuratie van de gevoeligheid
De gevoeligheid van het apparaat kan worden aangepast. Er zijn
twee manieren om de gevoeligheid te controleren:
- Grof: Selecteer met behulp van SW1 tussen hoge/lage
gevoeligheid
- Fijn: Pas de gevoeligheid aan met behulp van de potentiometer.
Om de juiste instelling te controleren, gaat u in testmodus en tikt
u op het vereiste punt binnen het dekkingsbereik dat in Figuur 1
wordt getoond - de LED gaat branden als de drempel wordt
overschreden.
Opmerking: na een wijziging van de instellingen van de DIP-
schakelaar moet het apparaat opnieuw worden gestart: verwijder
de batterij, wacht 10 seconden en plaats de batterij opnieuw om
het apparaat in te schakelen.
Configuratie van de pulstelling
De pulstelling is het aantal schokken dat nodig is om een alarm te
activeren bij een herhaalde aanval. Om de pulstelling van het
apparaat te configureren, moet u in LEERMODUS gaan.
1. Om in Leermodus te gaan, activeert u de sensor met SW3 in
de AAN-positie (zie Figuur 5):
2. Wacht 10 seconden tot de rode LED gaat branden. U hebt dan
30 seconden om de pulstelling te registreren.
3. Begin op het dekkingsbereik te tikken – terwijl de rode LED
AAN staat. Elke geldige impact schakelt de LED UIT gedurende
500 ms, daarna gaat hij weer AAN. De pulstelling wordt
automatisch bepaald door het aantal geldige impacts die op het te
beschermen gebied zijn gemaakt. Er is geen limiet aan het aantal
toegestane tikken. Wij bevelen aan dat u tikt op het gebied dat
het verst is verwijderd van de locatie van de detector.
Als de LED niet uit gaat, is het gebied buiten het
dekkingsbereik of is het impactniveau lager dan noodzakelijk is
en wordt de schok niet meegerekend. Probeer het opnieuw en
gebruik een hogere gevoeligheid.
Na de 30 seconden gaat de LED knipperen om het aantal
pulstellingen te bevestigen.
4. Standaard is de pulstelling ingesteld op 10. Om de standaard
pulstelling te herstellen, herhaalt u de procedure die in punt 1 is
beschreven, waarbij u geen schokken registreert gedurende de
30 seconden nadat de rode LED is gaan branden.
Aan het eind van deze periode gaat de LED 10 keer knipperen
om te bevestigen dat de standaard pulstelling is hersteld.
Het leerresultaat wordt in flashgeheugen opgeslagen en blijft
ongewijzigd tot het volgende leermoment.
Opmerking: Om de sensor precies te kunnen kalibreren, kunt u
het Viper-kalibratieapparaat gebruiken (Ref: PC.06138.00, niet
meegeleverd). Kalibratieapparaat vooraf ingesteld op 6 kg/cm2
constant schokniveau op kozijn – nooit rechtstreeks op glas
gebruiken – Voor gebieden groter dan 2,5m wordt aanbevolen om
twee sensoren te gebruiken om een optimale dekking te
waarborgen.
Testmodus
Gebruik de Testmodus om de configuratie en de instellingen van
de sensor te testen. Als de Leermodus is uitgeschakeld of
voltooid en de Testmodus is ingeschakeld (SW4 in de AAN-
positie), gaat de module in Test- / Installatiemodus. In de
Testmodus:
De sensor detecteert het schok-, sabotage- en contactalarm, als
normaal.
De LED geeft een alarm aan.
Er wordt geen RF-bericht verzonden.
De Testmodus wordt na twee minuten afgesloten.
Figuur 1 op pagina 3 laat zien hoe u het kalibratieapparaat kunt
gebruiken om te testen of de sensor correct functioneert. Bij
iedere geregistreerde schok gaat de LED branden.
-4 -